Maand: mei 2016
PDF

OPLAADPUNTEN VOOR ELEKTRISCHE VOERTUIGEN.

update:

nieuwe verplichtingen sinds 11 maart 2021 https://www.vlaanderen.be/verplichtingen-voor-laadpunten-bij-parkings

Bij Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluiten van 19 november 2010, wat betreft de activiteiten en openbare dienstverplichtingen van de distributienetbeheerders ter stimulering van de infrastructuur voor elektrische voertuigen van 25 maart 2016 heeft de Vlaamse Regering voorzien in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

In dit Besluit van de Vlaamse Regering wordt specifiek de uitrol van infrastructuur voor elektrische oplaadpunten besproken .

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2016 voegt een aantal definities in in het Besluit van 19 november 2010.

Er wordt een artikel 1.1.1, § 2 een nieuw punt 25/1° ingevoegd :

“Elektrisch voertuig : een motorvoertuig, uitgerust met een aandrijving die bestaat uit ten minste één niet-perfifere elektromotor als energieomzetter met elektrisch oplaadbaar energieopslagsysteem, dat extern kan worden opgeladen.”

In artikel 1.1.1, § 2, punt 62/1° wordt een definitie gegeven voor oplaadpunt :

“Oplaadpunt voor een elektrisch voertuig : een aansluiting, waarmee telkens één elektrisch voertuig kan worden opgeladen of waarmee de batterij van telkens één elektrisch voertuig kan worden vervangen.”

In artikel 1.1.1, § 2, punt 77/1° wordt een oplaadpunt voor hoog vermogen beschreven :

“Oplaadpunt voor hoog vermogen : een oplaadpunt met een vermogen boven 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig; oplaadpunten voor hoog vermogen met wisselstroom (AC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minste te zijn uitgerust met connectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2; oplaadpunten voor hoog vermogen met gelijkstroom (DC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minsten zijn uitgerust met connectoren van het gecombineerde AC/DC laadsysteem van het type “Combo 2” zoals nader omschreven in norm EN62196-3.”

Tevens wordt er nog een artikel 1.1.1, § 2, punt 77/2° ingevoegd :

“Oplaadpunt voor normaal vermogen : een oplaadpunt met een vermogen van hoogstens 22kW, waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig, met uitzondering van voorzieningen met een vermogen van hoogstens 3,7 kW, die in particuliere huishoudens zijn geïnstalleerd of waarvan de voornaamste doelstelling er niet in bestaat elektrische voertuigen op te laden, die niet publiek toegankelijk zijn en die uitgerust zijn met contactdozen of voertuigconnectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2.”

Tenslotte wordt er nog een artikel 1.1.1., § 2, punt 84/1° ingevoegd :

“Publiek toegankelijk oplaadpunt voor een elektrisch voertuig : een oplaadpunt voor een elektrische voertuig dat op niet-discriminerende basis gedurende elke dag van de week en vierentwintig uur per dag toegang verleent aan gebruikers in de hele Europese Unie. Publiektoegankelijke oplaadpunten kunnen oplaadpunten zijn in particulier bezet; of voorzieningen die voor het publiek toegankelijk zijn via registratiekaarten of tegen betaling; of oplaadpunten van autodeelconcepten, waartoe derden toegang krijgen via een abonnement; of oplaadpunten op openbare parkeerterreinen. De toegang op niet-discriminerende basis kan verschillende vormen van authenticatie, gebruik en betaling inhouden. Alle publiek toegankelijke oplaadpunten moeten gebruikers van elektrische voertuigen ook een ad-hoc oplaadmogelijkheid bieden zonder dat een contract moet worden gesloten met de betrokken elektriciteitsleverancier of exploitant.”

Wat wordt er verder allemaal nog geregeld in dit nieuw besluit, behalve deze definities?

De Vlaamse Overheid gaat in op de vraag van Europa om infrastructuur uit te rollen voor het opladen van elektrische voertuigen.

Speciale rol voor de uitrol van dit infrastructuurnetwerk wordt gelegd bij de elektriciteitsdistributienetbeheerders.

Deze dienen conform artikel 4 van het nieuwe besluit (geïmplementeerd in artikel 6.4.2 van het Energiebesluit) jaarlijks in het geografisch gebied waarvoor zij zijn aangewezen, een aanbesteding te organiseren voor de installatie, het
onderhoud en de commerciële exploitatie van publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor normaal of hoog vermogen.

Voorafgaand aan de aanbesteding voor de installatie van de oplaadpunten stelt de elektriciteitsdistributienetbeheerder in overleg met de gemeente waar het oplaadpunt zal worden geïnstalleerd, een lokaal situeringsplan voor oplaadpunten van elektrische voertuigen op.

Het situeringsplan houdt rekening met het lokale parkeerbeleid, de aanwezigheid van sites die veel bezoekers aantrekken, knooppunten van openbaar vervoer en de beschikbaarheid en onthaalcapaciteit van het elektriciteitsnetwerk.

Een gemeente kan ervoor kiezen om zelf een aanbesteding uit te schrijven en laat dit in voorkomend geval weten aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder.

De gemeenten kunnen hiermee tijdig invulling geven aan het lokaal situeringsplan.

Het aantal oplaadpunten dat geïnstalleerd wordt, wordt in mindering gebracht van de doelstellingen in het desbetreffende netgebied.

Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder organiseert in het netgebied dat hij beheert een aanbesteding zodat tot en met 31 december 2020 in de installatie, het onderhoud en de commerciële exploitatie wordt voorzien van publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig voor normaal vermogen.

De elektriciteitsdistributienetbeheerder dient dit te doen telkens als daarvoor een aanvraag bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder wordt ingediend door een particulier, op voorwaarde dat volgende voorwaarden samen vervuld zijn :

1° de particulier in kwestie kan aantonen dat jij in het bezit is of zal zijn of gebruikmaakt voor een batterij elektrisch voertuig;

2° de particulier kan aantonen dat hij dit voertuig niet kan opladen aan een oplaadpunt voor elektrische voertuigen dat bevestigd is in of aan zijn eigen woning;

3° er geen oplaadpunt voor een elektrisch voertuig op publiek of privaat domein beschikbaar of gepland op een afstand van 500 meter van zijn eigen woning.”

Deze voorwaarden dienen cumulatief vervuld te zijn.

Het oplaadpunt dient vervolgens binnen een redelijke termijn geïnstalleerd te worden.

In voorkomend geval kan de afstand van 500 meter tot de eigen woning in overleg met de elektriciteitsdistributienetbeheerder en de Gemeente verminderd worden tot 250 meter.

De Gemeente kan er ook zelf voor kiezen om een aanbesteding uit te schrijven en laat dit in voorkomend geval weten aan de elektriciteitsnetwerkbeheerder.

Belangrijke principes bij het uitrollen van deze infrastructuur zijn “interoperabiliteit” (zie hoger in de definities van de oplaadpunten) en dat bij de uitbating marktconforme prijzen worden gerespecteerd.

De minister kan nadere regels bepalen.

Bij de aanbesteding wordt een maximale exploitatietermijn van 10 jaar gehanteerd.

Conform het nieuw ingevoerde artikel 6.4.5 in het Energiebesluit organiseert de elektriciteitsdistributienetbeheerder een aanbesteding indien de vermelde aanbestedingen niet kunnen worden gegund.

De aanbesteding zal pas doorgang vinden en gegund worden indien de kosten de opbrengsten voor de distributienetbeheerder niet overtreffen.

Indien geen gunning mogelijk is, vervallen de verplichtingen voor één jaar voor de elektriciteitsnetwerkbeheerder.

Het nieuw besluit voorziet in een rapportage op kwartaalbasis aan de bevoegde minister die jaarlijks evalueert of de uitrol van de oplaadpunten afdoende geschiedt.

Besluit :</ strong>

De Vlaamse Regering maakt werk de uitrol van infrastructuur voor elektrische oplaadpunten en stimuleert dus het gebruik van elektrische voertuigen, hetgeen kan worden toegejuicht.

Een speciale rol wordt gelegd bij de distributienetbeheerders en de gemeentes die hier vroeger op willen inspelen hebben een initiatiefmogelijkheid.

Voor meer informatie hieromtrent kan U steeds terecht bij onze afdeling ondernemingsrecht, vragen naar Joost PEETERS.

Medialinks:

OPLAADPUNTEN VOOR ELEKTRISCHE VOERTUIGEN

PDF

Een vonnis van de Politierechter te Halle benadrukt nogmaals het belang van een goed ingevuld Europees aanrijdingsformulier.

Hoewel het bij een ongeval niet evident is om het hoofd koel te houden en er discussie kan ontstaan met de tegenpartij is het toch van groot belang om de kalmte te bewaren en het aanrijdingsformulier in te vullen op een manier die later rechtsgeldig kan worden aangewend in de Rechtbank.

De Rechter gaat immers enkel rekening houden met de ingevulde gegevens op het aanrijdingsformulier ingevuld ‘in tempore non suspecto” zoals men dat zo mooi zegt in advocatenjargon.

Latere schetsen en verklaringen zullen buiten beschouwing worden gelaten indien deze niet overeenkomen met het initieel tegensprekelijk ingevulde aanrijdingsformulier.

De Rechtbank formuleert het zelf als volgt :

 “ Het uitgangspunt met het oog op de beoordeling van de aansprakelijkheid van onderhavig ongeval in deze moet het Europees aanrijdingsformulier zijn.

 Ten behoeve van partijen wil de rechtbank bij deze – nogmaals – het belang en de draagwijdte van een Europees aanrijdingsformulier onderstrepen, al was het maar om in toekomst verder onheil te voorkomen.

 De ongevalsaangifte is er toe bestemd de vaststellingen van de politie of de rijkswacht te vervangen en om aan de betrokken verzekeraars de feitelijke elementen ter kennis te brengen die hen moeten toelaten de  aansprakelijkheden te beoordelen (Bestendig Handboek Verkeer nr 2323; Brussel, 17 oktober 2002, R.G.A.R. 2004, 13855).

 Het aanrijdingsformulier dient ertoe de identiteit van de bestuurders en de feiten en omstandigheden van een ongeval vast te stellen. Op basis van deze elementen zullen dan de respectievelijke verantwoordelijkheden beoordeeld worden door de verzekeraars, advocaten en rechters (GLORIEUX F. het aanrijdingsformulier, beknopt overzicht van rechtspraak 1987-1997 in T.A.V.W. 1997, 108).

 Het aanrijdingsformulier wordt geacht de eerste en onmiddellijke versie van de betrokken bestuurders weer te geven, zonder raad noch beraad en met mate daarvan afwijkende versies kan, behoudens in uitzonderlijke gevallen, geen rekening gehouden worden (Pol. Antwerpen , 19.10.2001, T.A.V.W. 2002, pag. 40).

 Het aanrijdingsformulier is bindend voor de partijen voor wat betreft het gebeuren van het ongeval en de feitelijke omstandigheden ervan (Rb. Turnhout, 14.01.2000, Verkeersrecht 200/80). De ondertekening van een gemeenschappelijke ongevalsaangifte houdt de aanvaarding in van de daarop vermelde gegevens (Pol. Brussel, 01 december 2000, Verkeersrecht 2001/39).

 Daarom dan ook is het van belang dat de betrokkenen zo mogelijk ter plaatse een schets, of bij betwisting meerdere schetsen opstellen, en dat zij hun eerste en onmiddellijke visie op het gebeurde neerschrijven zonder dat zij zich hebben laten adviseren door derden.”

 (Niet gepubliceerd vonnis van de Politierechtbank te Halle dd. 16/10/2014)

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!