Maand: maart 2018
PDF

Een collectieve schuldenregeling tracht de financiële toestand van de schuldenaar te herstellen teneinde hem in staat te stellen zijn schulden af te lossen en een menswaardig leven te leiden. Dit gebeurt aan de hand van een minnelijke, dan wel een gerechtelijke aanzuiveringsregeling in geval er geen akkoord bereikt wordt.[1]

In een minnelijke procedure zijn partijen vrij een akkoord te bereiken over de verschuldigde sommen. Zij kunnen hierbij overeenkomen bepaalde schulden gedeeltelijk of volledig te laten vallen, ongeacht de aard. [2]

Ook in een gerechtelijke procedure is er een mogelijkheid tot kwijtschelding. Deze optie staat enkel open indien andere maatregelen niet volstaan om de schuldenaar in staat te stellen zijn schulden te betalen.[3] Men moet namelijk eerst overgaan tot uitstel of herschikking van betaling van de schulden in hoofdsom, interesten en kosten, een eventuele vermindering van de conventionele of wettelijke rentevoet en een gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van moratoire intresten, vergoedingen en kosten. [4] Indien dit geen oplossing biedt, kan worden overgegaan tot elke andere gedeeltelijke kwijtschelding van schulden ingeval van naleving van de procedurevoorschriften.[5]

Toch worden een aantal schulden uitgesloten van de kwijtschelding. Het gaat hierbij om onderhoudsgelden, schulden die een schadevergoeding inhouden ten gevolge van door een misdrijf veroorzaakte lichamelijke schade en de schulden van een gefailleerde die overblijven na het sluiten van het faillissement.[6]

Onderhoudsgelden kunnen in geen geval worden kwijtgescholden. Dit geldt zowel t.a.v. onderhoudsgerechtigden, als t.a.v. de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) die over dezelfde rechten, vorderingen en waarborgen beschikken.[7]

Omtrent de penale boetes was er de voorbije jaren heel wat discussie. Middels een arrest van het Hof van Cassatie van 2016 werd hiermee komaf gemaakt. Het Hof stelt dat de kwijtschelding geen betrekking kan hebben op schulden als gevolg van de veroordeling tot een penale boete, ongeacht het feit dat deze categorie niet wordt vermeld in de lijst van niet-kwijtscheldbare schulden.[8] Het is wel mogelijk om beroep te doen op het koninklijk genaderecht van artikel 110 van de Grondwet waarbij de Koning het recht heeft om de uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen.

Als blijkt dat geen enkele minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling mogelijk is, omdat de schuldenaar over onvoldoende middelen beschikt, kan worden overgegaan tot de totale kwijtschelding van de schulden. Dit kan gepaard gaan met eventuele begeleidingsmaatregelen en gebeurt steeds onder voorbehoud van beter fortuin binnen 5 jaar na de beslissing.[9] Tot slot kan de schuldeiser uiteraard steeds de regeling doen herroepen binnen de 5 jaar zo er in hoofde van de schuldenaar sprake is van bedrieglijke handelingen die de schuldeisers tot nadeel strekken.[10]

Moest u nog vragen hebben, aarzel niet om onze specialisten ter zake te contacteren:  [email protected]

 

[1] Art. 1675/3 Ger.W.

[2] Art. 1675/10, §3bis Ger.W.

[3] Art. 1675/13, §1 Ger.W.

[4] Art. 1675/12, §1 Ger.W.

[5] Art. 1675/13, §1 Ger.W.

[6] Art. 1675/13, §3 Ger.W.

[7] Art. 16, §3 Wet 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën (1), BS 28 maart 2003, 15784.

[8] Cass. 21 november 2016, S.16.0001.N.

[9] Art. 1675/13bis Ger.W.

[10] Art. 1675/15, §2 Ger.W.

 

—————————————————————————————————————————–

L’annulation des dettes dans le cadre du règlement collectif de dettes

 

Le règlement collectif de dettes vise à réparer la situation financière du débiteur afin de lui permettre de régler ses dettes et de vivre dignement.

Ceci se fait par la voie d’un plan de règlement amiable ou bien par un plan de règlement judiciaire, dans le cas où un accord entre les créanciers n’est pas possible.[1]

Un plan de règlement amiable permet aux parties de convenir d’un accord sur les dettes. Les parties peuvent convenir que certaines dettes seront acquittées, soit partiellement, soit intégralement et ce, quelle que soit l’origine de la dette.[2]

L’annulation des dettes est également possible par un plan de règlement judiciaire mais uniquement si aucune autre mesure ne permet au débiteur de payer ses dettes.[3]

D’abord, il faut vérifier si un report ou un rééchelonnement du paiement des dettes en principal, intérêts et frais, une réduction du taux d’intérêt conventionnel au taux d’intérêt légal, une remise de dettes totale ou partielle des intérêts moratoires, de l’indemnité et des frais est possible.[4]

Si ces différentes mesures ne permettent pas d’atteindre l’objectif visé par le règlement collectif de dettes, il peut procéder à toute autre remise partielle de dettes si les modalités procédurales sont respectées.[5]

Néanmoins, certaines dettes sont exclues de l’annulation : les dettes alimentaires, les dettes constituées d’indemnités accordées pour la réparation d’un préjudice corporel causé par une infraction et les dettes d’un failli subsistant après la clôture de la faillite.[6]

Les dettes alimentaires ne peuvent en aucun cas être annulées et ce, ni vis-à-vis des créanciers d’aliments, ni vis-à-vis du Service des créances alimentaires disposant des mêmes droits, actions et garanties.[7]

Précédemment, il y avait beaucoup de discussions au sujet des amendes pénales. La Cour de Cassation a tranché la question dans un arrêt de 2016. La Cour dit que l’annulation ne peut pas porter sur des dettes relatives à des amendes pénales, même si cette catégorie ne fait pas partie de la liste des dettes n’étant pas annulables. [8]

Il est néanmoins possible d’invoquer la demande en grâce royale prévue à     l’article 110 de la Constitution, ce qui donne le droit au Roi de remettre ou de diminuer les peines prononcées par les juges.

S’il apparaît qu’aucun plan de règlement amiable ou judiciaire n’est réalisable puisque le débiteur ne dispose pas de ressources suffisantes, on peut procéder à l’annulation totale des dettes.

L’annulation peut être assortie de mesures d’accompagnement mais toujours sous réserve d’un retour à meilleure fortune dans les cinq années suivant la décision.[9] Finalement, si le débiteur a commis des actions frauduleuses qui portent préjudice aux créanciers, ceux-ci ont le droit de demander de révoquer la décision endéans les cinq années[10]

 

[1] Art. 1675/3 C.J.

[2] Art. 1675/10, §3bis C.J.

[3] Art. 1675/13, §1 C.J.

[4] Art. 1675/12, §1 C.J.

[5] Art. 1675/13, §1 C.J.

[6] Art. 1675/13, §3 C.J.

[7] Art. 16, §3 Loi créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances, MB 28 mars 2003, 15784.

[8] Cass. 21 novembre 2016, S.16.0001.N.

[9] Art. 1675/13bis C.J.

[10] Art. 1675/15, §2 C.J.

PDF

(Een beeld uit de documentaire ‘Femme de la rue’, die de aanleiding was voor de wet. © RV)

Op 6 juni 2016 merken twee politie-inspecteurs van de zone Zaventem een man op die een rood voetgangerslicht negeert en andere weggebruikers in gevaar brengt. De inspecteurs proberen hem op verschillende manieren te laten stoppen.

Wanneer de man uiteindelijk tegengehouden wordt, reageert hij geagiteerd en eist hij om in het Frans te communiceren. De man wordt hoe langer, hoe bozer en scheldt beide inspecteurs uit voor “vuile strontflik”. Nadien richt hij zich enkel nog tot de vrouwelijke inspecteur en zegt hij zegt haar dat ze een job moet zoeken die geschikt is voor een vrouw, zoals bankbediende. Wanneer hij hierop wordt aangesproken, zegt hij dat hij niet met vrouwen praat  en dat “de vuile hoer” moet zwijgen.

Na kennisname van het proces verbaal besluit het parket Halle-Vilvoorde de man te dagvaarden. Hiervoor baseerden zij zich op de nieuwe ‘seksismewet’ (voluit ‘de wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte’)

Deze wet stelt “elk gebaar of handeling in de openbare ruimte strafbaar wanneer dit klaarblijkelijk bedoeld is om minachting uit te drukken jegens een persoon wegens zijn geslacht, of deze, om dezelfde reden, als minderwaardig te beschouwen of te reduceren tot diens geslachtelijke dimensie en die een ernstige aantasting van de waardigheid van deze persoon ten gevolge heeft.”[1]

Kortom moet een bepaald gedrag, om als seksisme te kunnen worden aanzien, vijf kenmerken bevatten:  een uitspraak of handeling (1), in de openbare ruimte (2), die duidelijk bedoeld is (3), om één of meerdere specifieke personen (4), te vernederen omwille van hun geslacht, met een ernstige aantasting van de waardigheid van die persoon tot gevolg (5).

Deze in het verleden reeds meermaals bekritiseerde definitie laat echter nog steeds veel ruimte voor interpretatie. [2]

Zo kan men de vraag stellen wat de wetgever bedoelt met ‘gebaren of handeling die bedoeld zijn om iemand als minderwaardig te beschouwen of terug te brengen tot diens geslachtelijke dimensie’…

Ondanks het vage karakter van de delictsomschrijving beslist de rechter autonoom over het al dan niet strafbaar karakter van de handeling en/of het gedrag.

Zo achtte de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel in de bovenvermelde  casus dat de gedragingen onder het toepassingsgebied van de nieuwe seksismewet vallen en achtte het seksisme bewezen.

Op 7 november 2017 werd de man bij verstek veroordeeld tot een geldboete van 500 euro. (vermenigvuldigd met de opdeciemen: 3.000 euro. )

De rechter kon echter ook een gevangenisstraf uitspreken aangezien de wet seksisme straft met een gevangenisstraf  van 1 maand tot 1 jaar en/of een geldboete van 50 tot 1.000 euro.[3]

EERSTE STEEN GELEGD?

Nu de seksismewet voor het eerst werd toegepast door een correctionele rechtbank verkreeg ze de nodige media-aandacht.

In het eerste jaar dat de wet van kracht was, leverde ze volgens navraag van De Morgen amper 25 klachten op in Vlaanderen, Wallonië en Brussel samen.

Het is af te wachten of dit vonnis een verandering zal brengen in het (beperkt) aantal klachten…

To be continued, dus …

Heeft U hierover vragen of wenst u zelf klacht neer te leggen wegens seksisme ?

Werd u zelf verhoord, in verdenking gesteld of gedagvaard voor een feit van vermeend seksimse ?

Neem contact op met de strafcel van ons kantoor : [email protected]

[1] Artikel 2 wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte, BS 24 juli 2014.

[2] https://www.demorgen.be/opinie/een-wet-zoals-de-antiseksismewet-is-niet-alleen-inefficient-maar-ook-contraproductief-b3d38adc/

[3] Artikel 3 van de wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte, BS 24 juli 2014

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!