Maand: november 2019
PDF

Één van de problemen waar een ondernemer mee geconfronteerd kan worden, zijn wanbetalers.

U stelt zich mogelijks de vraag waarom u best een advocaat aanspreekt voor de incasso van uw onbetaald gebleven facturen.

De teneur bij commerciële incassospelers en zelfs gerechtsdeurwaarders is tegenwoordig immers dat incasso best mogelijk is zonder tussenkomst van een advocaat.

Dit is volgens ons niet correct. Er blijft een belangrijke rol weggelegd voor de advocatuur!

Zo kan een incassobureau enkel minnelijk aanmanen.

Zij kunnen niet dagvaarden, een minnelijk betalingsbevel opstarten, beslag leggen, een verjaringsstuitende aanmaning versturen, pleiten voor een rechtbank etc…

Kortom, zij kunnen enkel brieven versturen, waarna er eventueel vanzelf geld binnenkomt.

Zoniet, zal er toch een procedure moeten worden opgestart, waarbij een advocaat u wettelijk vertegenwoordigt voor de rechtbank.

Ondernemers die weigerachtig staan tegenover een gerechtelijke procedure, kunnen eventueel beroep doen op de zogenaamde IOS-procedure, zijnde een procedure die zich volledig buiten de rechtbank afspeelt.

Ook in deze ‘procedure’ blijft de advocaat echter een belangrijke speler.

Art. 1394/20 Ger.W. stelt namelijk:

“Elke onbetwiste schuld die een geldsom tot voorwerp heeft en die vaststaat en opeisbaar is op dag van de aanmaning bedoeld bij artikel 1394/21 kan, (…) in naam en voor rekening van de schuldeiser op verzoek van de advocaat van de schuldeiser door een gerechtsdeurwaarder worden ingevorderd (…)”

‘Op verzoek van de advocaat’ impliceert dat de advocaat fungeert als eerste rechter en moet nagaan of de schuld in aanmerking komt voor dit traject.

De advocaat moet nagaan of de schuldvordering vaststaat en opeisbaar is en of de gevorderde intresten en schadebeding niet meer zijn dan 10% van het gevorderde bedrag.

Daarnaast moet de advocaat nagaan of de schuldvordering binnen het personele toepassingsgebied valt.

De werkingssfeer van de IOS-procedure is namelijk beperkt tot geldschulden tussen ondernemingen (B2B) en is niet mogelijk voor geldschulden tussen ondernemingen en consumenten (B2C).

D.w.z. dat zowel schuldeiser als schuldenaar moeten ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen en dat de geldschuld betrekking moet hebben op de professionele activiteit van de onderneming.

Ten slotte moet de factuur uiteraard ook onbetwist zijn.

Indien de advocaat zijn screening-opdracht heeft afgerond en vaststelt dat de toepassingsvoorwaarden voldaan zijn, geeft hij de gerechtsdeurwaarder opdracht om een betalingsbevel aan de schuldenaar te versturen.

De schuldenaar heeft vervolgens na het betekenen van deze aanmaning één maand de tijd om de schuld te betalen, een afbetalingsplan te vragen of om de schuld te betwisten en dit door middel van een antwoordformulier dat bij de aanmaning wordt gevoegd.

In dat laatste geval eindigt de administratieve procedure onmiddellijk – de schuld is immers niet langer onbetwist – en maakt de gerechtsdeurwaarder het dossier terug over aan de raadsman van de schuldeiser.

Hier stopt het echter niet.

Het instellen van de IOS-procedure ontneemt de schuldeiser niet het recht om nadien de schuldenaar toch nog te dagvaarden.

In dat geval zal uw advocaat u wettelijk vertegenwoordigen voor de rechtbank en wordt de schuld alsnog via gerechtelijke weg geïnd.

Indien de schuldenaar binnen de termijn van één maand niet gereageerd heeft, zal de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van niet-betwisting opstellen, dat voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging de uitvoerbare titel uitmaakt op basis waarvan de gedwongen tenuitvoerlegging kan worden aangevat.

De samenwerking tussen gerechtsdeurwaarder en advocaat zorgt vervolgens voor verzilvering van uw vordering.

De schuldenaar kan zich evenwel na het verkrijgen van een uitvoerbare titel toch nog ten gronde verzetten door een verzoekschrift op tegenspraak neer te leggen voor de rechtbank.

Hierover oordeelde het Hof van Beroep te Gent recentelijk dat de schuldenaar het recht behoudt om zich ten gronde te verzetten, zelfs wanneer hij de regels van de IOS-procedure – in voorliggend geval het gebruik maken van het antwoordformulier – niet heeft nageleefd.

De schuldenaar zelf heeft dus de mogelijkheid om een buitengerechtelijk traject om te buigen naar een gerechtelijke procedure, met als gevolg dat u wederom beroep zal moeten doen op een advocaat.

Rest zich de vraag: welke procedure is het meest efficiënt?

De ervaring leert ons dat het vaak aangewezen is om onmiddellijk te opteren voor dagvaarding met vertegenwoordiging door een advocaat voor de rechtbank i.p.v. het IOS-traject.

Zoals uit de uiteenzetting hierboven blijkt, kan de IOS-procedure door schuldenaren die de ‘truken van de foor’ kennen, ellendig lang gerekt worden, waarbij kosten en tijd verloren gaan.

De gerechtelijke procedure daarentegen zorgt redelijk snel voor een vonnis dat onmiddellijk kan worden uitgevoerd.

Art. 1047 Ger.W. bepaalt namelijk ingevolge de Potpourri V wet:

“Tegen ieder verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen kan verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen.”

Combineer dit met art. 1397 lid 2 Ger.W. :

Behoudens de uitzonderingen die de wet bepaalt of tenzij de rechter bij met bijzondere redenen omklede beslissing anders beveelt, onverminderd artikel 1414, zijn de eindvonnissen uitvoerbaar bij voorraad, zulks niettegenstaande hoger beroep en zonder zekerheidsstelling indien de rechter deze niet heeft bevolen.”

 Een vonnis is dus uitvoerbaar in regel en er is geen (schorsend) verzet mogelijk indien er nog hoger beroep mogelijk is. Hoger beroep schorst bovendien niet.

Een (verstek)vonnis dat niet in laatste aanleg gewezen is, kan dus onmiddellijk worden uitgevoerd opzichtens de schuldenaar!

Dit maakt dat de gerechtelijke procedure vaak sneller zorgt voor het gewenste resultaat, namelijk betaling van de factuur.

Samengevat, het inzetten van een advocaat voor het innen van onbetaalde facturen is niet alleen noodzakelijk (bij een gerechtelijke procedure, bij de IOS-procedure, bij de uitvoering van een titel), maar ook efficiënter dan het louter beroep doen op een incassobureau.

Deze kunnen immers enkel ‘dreigen met’, terwijl advocaten ook effectief kunnen handelen en afdwingen.

STUDIO LEGALE Advocaten bedient intussen talrijke KMO’s en overheden bij het invorderen van hun facturen en dit tot grote tevredenheid.

Voor meer informatie over deze ser
vice kan u terecht op www.studio-legale.be en kan u ons steeds bereiken op [email protected].

 

Media publicaties:

https://www.creditexpo.be/seminar2019-studiolegale/

https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6599958548237602816/

https://www.creditexpo.be/programma/#/2019-11-07/po14qe86q4b5-pluto-5/md483vwp2jwo-incasso-door-een-full-service-advocatenkantoor

————————————–

Le rôle de l’avocat dans le cadre du recouvrement de créances

 

L’un des problèmes auxquels un entrepreneur peut être confronté est celui des mauvais payeurs.

Vous vous demandez peut-être pourquoi il est préférable de consulter un avocat pour le recouvrement de vos factures impayées.

Actuellement, les agents de recouvrement commerciaux et même les huissiers de justice ont pour principe que le recouvrement de créances serait optimal sans l’intervention d’un avocat.

Selon nous, cela n’est pas correct. Les avocats ont encore un rôle important à jouer !

Par exemple, une agence de recouvrement de créances ne peut émettre qu’une lettre de mise en demeure amiable.

Ils ne peuvent pas citer en justice, entamer une injonction de payer à l’amiable, saisir, envoyer une mise en demeure interrompant la prescription, plaider devant un tribunal etc…

En bref, ils ne peuvent envoyer que des lettres, après quoi éventuellement l’argent arrive automatiquement.

Si ce n’est pas le cas, il faudra entamer une procédure dans laquelle un avocat vous représentera légalement devant le tribunal.

Les entrepreneurs qui hésitent à intenter une action en justice peuvent faire appel à la procédure dite de RCCI, qui est une procédure qui se déroule entièrement en dehors du tribunal.

Cependant, même dans cette ” procédure “, l’avocat reste un acteur important.

Art. 1394/20 C. jud. déclare que :

«  Toute dette non contestée qui a pour objet une somme d’argent et qui est certaine et exigible à la date de la sommation visée à l’article 1394/21 peut, (…), être recouvrée au nom et pour compte du créancier, à la demande de l’avocat du créancier, par un huissier de justice (…) »

« A la demande de l’avocat » implique que l’avocat agit comme un premier juge et doit vérifier si la dette est éligible à cette procédure.

L’avocat doit vérifier si la réclamation est établie et exigible et si les intérêts et dommages-intérêts réclamés ne dépassent pas 10% du montant réclamé.

En outre, l’avocat doit vérifier si la demande relève du champ d’application personnel.

Le champ d’application de la procédure RCCI est limité aux dettes d’argent entre entreprises (B2B) et n’est pas possible pour les dettes d’argent entre entreprise et consommateurs (B2C).

Cela signifie que le créancier et le débiteur doivent être inscrits à la Banque Carrefour des Entreprises et que la dette d’argent doit être liée à l’activité professionnelle de l’entreprise.

Enfin, la facture doit bien entendu également être incontestée.

Si l’avocat a terminé sa mission de contrôle et constate que les conditions d’application sont remplies, il charge l’huissier de justice d’adresser une injonction de payer au débiteur.

Le débiteur dispose alors d’un mois après mise en demeure pour payer la dette, demander un plan de remboursement ou contester la dette.

Dans ce dernier cas, la procédure administrative prend fin immédiatement – la dette n’est plus incontestée – et l’huissier de justice renvoie le dossier au conseil du créancier.

Mais cela ne s’arrête pas là.

L’introduction de la procédure RCCI ne prive pas le créancier du droit d’assigner ultérieurement le débiteur.

Dans ce cas, votre avocat vous représentera légalement devant le tribunal et la dette sera toujours recouvrée par des moyens légaux.

Si le débiteur n’a pas réagi dans le délai d’un mois, l’huissier de justice établira un procès-verbal de non-contestation qui, avec le formulaire d’exécution, constitue le titre exécutoire sur la base duquel l’exécution peut commencer.

La coopération entre l’huissier de justice et l’avocat garantit ensuite l’encaissement de votre créance.

La question demeure : quelle est la procédure la plus efficace ?

L’expérience nous enseigne qu’il est souvent préférable d’opter immédiatement pour la citation à comparaître avec la représentation d’un avocat devant le tribunal plutôt que pour la procédure RCCI.

La procédure de RCCI peut être mise à rude épreuve pendant longtemps par des débiteurs qui connaissent les ” astuces”, ce qui entraîne une perte de temps et d’argent.

La procédure judiciaire, en revanche, garantit rapidement un jugement qui peut être exécuté immédiatement

L’art. 1047 du C. jud. prévoit notamment en vertu de la loi Potpourri V :

«  Tout jugement par défaut rendu en dernier ressort  peut être frappé d’opposition, sauf les exceptions prévues par la loi »

Combiné cela avec l’article 1397 alinéa 2 du C.jud. :

«  Sauf les exceptions prévues par la loi ou sauf si le juge, d’office ou à la demande d’une des parties, en décide autrement moyennant une décision spécialement motivée et sans préjudice de l’article 1414, l’opposition ou l’appel formé par la partie défaillante contre les jugements définitifs prononcés par défaut en suspendent l’exécution. »

Un jugement est donc exécutoire en règle générale et aucun recours (suspensif) n’est possible si un appel est encore possible. En outre, l’appel ne suspend pas.

Une décision (par défaut) qui n’a pas été rendue en dernière instance peut donc être exécutée immédiatement à l’encontre du débiteur !

Cela signifie que les procédures judiciaires aboutissent souvent plus rapidement au résultat souhaité, à savoir le paiement de leur facture, que les procédures extrajudiciaires.

En résumé, le recours à un avocat pour le recouvrement des factures impayées est non seulement nécessaire (dans les procédures judiciaires, dans la procédure RCCI, dans l’exécution d’un titre), mais aussi plus efficace que le simple recours à une agence de recouvrement.

Celles-ci ne
peuvent que ” menacer “, tandis que les avocats peuvent également agir et faire respecter efficacement.

STUDIO LEGALE Avocats est aujourd’hui au service de nombreuses PME et des pouvoirs publics dans la récupération de leurs créances, et cela à leur grande satisfaction.

Pour plus d’informations sur ce service, veuillez visiter www.studio-legale.be et vous pouvez toujours nous joindre à [email protected].

Auteures : Jolien Appels et Joost Peeters

Traduction : Pauline Vanhorenbeke

Medialinks:

https://www.creditexpo.be/seminar2019-studiolegale/

https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6599958548237602816/

https://www.creditexpo.be/programma/#/2019-11-07/po14qe86q4b5-pluto-5/md483vwp2jwo-incasso-door-een-full-service-advocatenkantoor

—————–

The role of lawyers in debt collection

 One of the problems an entrepreneur can be confronted with, are defaulters.

You might wonder why it’s necessary to contact a lawyer for the debt collection of your unpaid invoices.

After all, the bias among commercial debt collectors and even among bailiffs nowadays is that debt collection is quite possible without the intervention of a lawyer.

We believe this is not the case. Lawyers continue to play an important role in debt collection!

For example, a debt collection agency can only urge debtors to pay in an amicable way.

They cannot subpoena, start an amicable payment order, seize, send a prescription injunction, plead before a court, etc…

In short, they can only send letters that might lead to voluntary payments.

If that however does not lead to payment, a procedure will still have to be started, whereby a lawyer legally represents you before the court.

Entrepreneurs who are reluctant to take legal action may be able to appeal to the so-called IOS-procedure, which is a procedure that takes place entirely outside the court.

However the lawyer continues to play an important role in this ‘procedure’.

Art. 1394/20 of the Judicial Code states that:

“Any undisputed debt of which the object is a sum of money and which is certain and payable on the day of the notice referred to in Article 1394/21 may be recovered (…) in the name and on behalf of the creditor, by a judicial officer at the request of the creditor’s lawyer (…).”

‘At the request of the creditor’s lawyer’ implies that the lawyer acts as a first judge to determine whether or not the debt qualifies for this trajectory.

The lawyer has to check if the debt claim is certain and exigible and whether the amount of interest and compensation claimed does not exceed 10% of the total sum.

Furthermore, the lawyer has to check whether the debt claim falls within the personal scope of application of the IOS-procedure.

The scope is limited to monetary debts between enterprises (B2B). Therefore this procedure can’t be used for monetary debts between enterprises and consumers (B2C).

This means that both creditor and debtor have to be registered in the “Kruispuntbank van Ondernemingen” and the monetary debt must relate to the professional activity of the enterprise.

Lastly, of course the invoice has to be undisputed.

When the lawyer has completed his screening assignment and has established that the conditions of application are met, he instructs the bailiff to send a payment order to the debtor.

The debtor then has one month after serving notice to pay the debt, to request a payment plan or to contest the debt.

The latter means the administrative procedure comes to an immediate stop – the debt is no longer undisputed – and the bailiff has to transfer the case back to the lawyer.

However, it doesn’t end here.

The initiation of the IOS-procedure does not deprive the creditor of the right to subpoena the debtor afterwards.

In that case, your lawyer will legally represent you before the court and the debt will still be collected by judicial means.

If the debtor has not reacted within the period of one month, the bailiff will draw up a report of non-disputation which, together with the enforcement form, constitutes the enforceable order on the basis of which forced execution can be commenced.

The cooperation between bailiff and lawyer will then ensure that your debt claim is collected.

One might ask himself: which procedure is the most efficient?

From our experience we have learned that it is often preferable to immediately opt for the subpoena with representation by a lawyer in court instead of the IOS-procedure.

The IOS-procedure is open to abuse by crafty debtors who know how to stall the procedure for a miserably long time, which means the loss of valuable time and costs.

The judicial procedure, on the other hand, ensures a judgment fairly quickly that can be enforced immediately.

Art. 1047 Judicial Code states according to the Potpourri V law:

“Any default judgment rendered at last instance can be opposed, without prejudice to the exceptions provided for by law.”

This has to be combined with art. 1397 section 2 Judicial code:

“Save for the exceptions provided for by the law or unless the court orders otherwise by a decision stating the particular reasons, without prejudice to Article 1414, final judgments shall be provisionally enforceable, notwithstanding any appeal and without the provision of security if the court has not ordered them.”

This means a judgment is enforceable by rule and no (suspensive) opposition is possible if an appeal is still possible. Moreover appeal does not have suspensive effect.

A judgement (by default) that was not rendered at last instance can therefore be enforced immediately!

This means that legal proceedings often lead to the desired result faster, which is payment of the invoice, than the out of court procedure.

In short, the use of a lawyer for the collection of unpaid debts is not only necessary (for a legal proceeding, for the IOS-procedure, for the execution of an order), but also more efficient than only making use of a debt collection agency.

They can only ‘threaten with’, while lawyers can effectively take action and enforce.

STUDIO LEGALE lawyers serves multiple SME’s and governments in collecting their invoices, this to their great satisfaction.

You can always consult www.studio-legale.be for more information about this service or send us an e-mail at [email protected].

Writers: Jolien Appels en Joost Peeters

English translation: Ruben Brosens

Medialinks:

https://www.creditexpo.be/seminar2019-studiolegale/

https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6599958548237602816/

https://www.creditexpo.be/programma/#/2019-11-07/po14qe86q4b5-pluto-5/md483vwp2jwo-incasso-door-een-full-service-advocatenkantoor

PDF

In een eerder artikel werd reeds uitgebreid het arrest van 19 juli 2019 van de Kamer van Inbeschuldigingstelling te Antwerpen toegelicht (zie vorig artikel) In dit baanbrekend arrest werd voor het eerst, op aangeven van de strafrechtadvocaten van STUDIO LEGALE, het beroep van het openbaar ministerie tegen een toekenning van een elektronisch toezicht bij de verwijzing naar de correctionele rechtbank onontvankelijk verklaard. Dit omdat de Wet Voorlopige Hechtenis dit beroep simpelweg niet voorziet.

Er kwam evenwel al snel kritiek op dit arrest van 19 juli 2019, gewezen door een vakantiekamer. Toen de reguliere KI terug zetelde, werd de rechtspraak dan ook quasi onmiddellijk gekeerd en werd het hoger beroep opnieuw ontvankelijk verklaard via analogie-redenering.

Maar gesterkt door het arrest van 19 juli 2019, bleven verschillende advocaten deze onontvankelijkheid keer op keer opwerpen. Op de zitting van 11 oktober 2019 van de KI werd in drie verschillende zaken opnieuw de onontvankelijkheid uitgesproken.

De KI kan het beroep van het openbaar ministerie enkel aanvaarden bij eenparigheid van stemmen. Dit wil zeggen dat minstens 1 raadsheer van de KI eveneens overtuigd was van de onontvankelijkheid. Door de wisselende rechtspraak van de KI, dreigde een situatie gecreëerd te worden, waarbij de ontvankelijkheid van het beroep zou kunnen afhangen van de samenstelling van de zetel. Dit zou een ernstige aantasting van de rechtszekerheid kunnen betekenen. Het openbaar ministerie had deze boodschap blijkbaar ook begrepen en tekende tegen 2 arresten cassatieberoep aan. Hierdoor zou de discussie voor eens en altijd beslecht worden.

In zijn arrest van 29 oktober 2019 heeft het Hof van Cassatie (P.19.1036.N) definitief de knoop doorgehakt. Het Hof van Cassatie bevestigde de zienswijze zoals ze reeds door onze strafrechtadvocaten voor het eerst voor de KI werd opgeworpen op 27 november 2018, toen nog zonder succes.

Het Hof van Cassatie oordeelde dat uit de regel dat het openbaar ministerie verantwoordelijk is voor de uitoefening van de strafvordering, niet volgt dat het openbaar ministerie rechtsmiddelen kan instellen die niet bij wet zijn bepaald. Bovendien heeft het Grondwettelijk Hof in zijn arrest van 21 december 2017 niet voor een leemte gezorgd, die door de rechter moest ingevuld worden. Dit arrest sprak zich enkel uit over de ongelijkheid die bestond doordat een beklaagde niet de modaliteit van het elektronisch toezicht kon verkrijgen bij de verwijzing naar de correctionele rechtbank. Elke analogieredenering op basis van dit arrest is uitgesloten.

De aanhouder wint en na bijna 1 jaar volharden, is ons standpunt eindelijk bevestigd door de hoogste rechtsinstantie.

U kan steeds contact opnemen met ons kantoor voor meer informatie.

 

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!