Maand: januari 2020
PDF

Flitscontroles van de sociale inspectie

De sociale inlichtingen- en opsporingsdienst (hierna: SIOD) voert op geregelde tijdstippen sociale flitscontroles uit in verschillende sectoren.

De flitscontroles hebben voornamelijk informatief en preventief karakter en hebben tot doel dat overtreders beseffen dat er een reëel risico is om betrapt te worden. De controles worden daarom aangekondigd op de website van SIOD.

De inspectiediensten zullen nagaan of de arbeidsovereenkomsten in orde zijn, of de lonen correct werden aangegeven etc.

Uiteraard zullen de inspectiediensten verbaliseren en een sanctie opleggen wanneer een zwaarwichtige inbreuk wordt vastgesteld.

Meestal zal een maand na de controle een administratieve controle worden uitgevoerd om na te gaan of de inbreuken werden rechtgezet.

De SIOD maakte bekend dat volgende flitscontroles gepland staan in 2020:

  • Schoonmaaksector: januari 2020
  • Elektrotechnische en bouwsector: maart 2020
  • Horeca: nog te bevestigen
  • Taxi- en vervoerssector: mei 2020
  • Land- en tuinbouwsector: juli 2020
  • Carwashsector: september 2020
  • Vleessector: november 2020 

Wenst U informatie over compliance en regelgeving. Bent U gecontroleerd en werden er inbreuken vastgesteld? Neem gerust contact met ons op via [email protected] . We doen graag het nodige.

————————————————

Les contrôles flash de l’inspection sociale

Le Service d’information et de recherche sociale (SIRS) effectue régulièrement des contrôles sociaux éclairs dans différents secteurs.

Les contrôles flash sont principalement de nature informative et préventive et visent à faire prendre conscience aux délinquants qu’il existe un risque réel d’être pris. Les contrôles sont donc annoncés sur le site du SIRS.

Les inspections vérifient si les contrats de travail sont en règle, si les salaires ont été correctement déclarés, etc.

Bien entendu, les inspections verbaliseront et imposeront une sanction si une infraction grave est constatée.

En règle générale, un contrôle administratif est effectué un mois après l’inspection pour vérifier si les infractions ont été corrigées.

Le SIRS a annoncé que les contrôles flash suivants étaient programmés en 2020 :

  • Secteur du nettoyage : janvier 2020
  • Secteur électrotechnique et de la construction : mars 2020
  • Horeca : pas encore confirmé
  • Secteur des taxi et des transports : mai 2020
  • Agiculture et horticulture : juillet 2020
  • Secteur du car-wash : septembre 2020
  • Secteur de la viande : novembre 2020

Vous voulez des informations sur la compliance et sur la réglementation. Avez-vous été contrôlé et des infractions ont-elles été identifiées ? N’hésitez pas à nous contacter via [email protected] . Nous serons heureux de vous aider.

————————————————–

Flash check-ups by the social inspection

The Social Intelligence and Investigation Service (SIOD) regularly carries out social flash check-ups in various sectors.

The flash checks-ups are mainly informative and preventive in nature and aim to make offenders realise that there is a real risk of being caught. The check-ups are therefore announced on the website of SIOD.

The inspection services will check whether the employment contracts are in order, whether the wages have been correctly declared, and so on.

Of course, the inspection services will report and impose a sanction if a serious infringement is detected.

Usually an administrative inspection will be carried out one month after the flash check-up in order to check whether the infringements have been remedied.

The SIOD announced that next flash check-ups are planned in 2020:

  • Cleaning sector: January 2020
  • Electrical engineering and constructions: March 2020
  • Horeca (catering sector): to be confirmed
  • Taxi and transport sector: May 2020
  • Agriculture and horticulture: July 2020
  • Car wash sector: September 2020
  • Meat sector: November 2020

Would you like information about compliance and regulations? Have you been screened and have any infringements been identified? Feel free to contact us at [email protected]. We will be more than pleased assist you in any way possible.

PDF

De alternatieve afhandeling in strafzaken, meer dan achterkamerpolitiek, bekokstoven en afkopen…

 

Inleiding

In een recent artikel in onder meer de Gazet van Antwerpen vertelde de nieuwe Antwerpse Procureur des Konings Franky De Keyzer dat hij meer wil inzetten op de zogenaamde alternatieve afhandeling. “Ik wil bekijken of we het aantal zaken dat we voor de rechter brengen naar beneden kunnen krijgen”, aldus de Korpschef. Deze visie sluit aan bij de openingsrede van de Procureur-generaal van Antwerpen van 1 september 2019, die reeds aangaf om meer geschillen via de buitengerechtelijke en/of alternatieve afhandeling te willen beslechten.

 

Onbekend is onbemind

De alternatieve afhandeling wil zeggen dat het openbaar ministerie en de dader in gesprek gaan over het gepleegde misdrijf en de daarbij horende bestraffing. De bedoeling is om dit niet meer volledig aan de strafrechter over te laten, waarbij de procureur en de dader kibbelen over de feiten en de strafmaat.

Als een dader zijn misdrijf erkent en bereid is om de schade te herstellen, is dialoog met het openbaar ministerie soms een betere en snellere oplossing. Er wordt te vaak vergeten dat het hoofddoel van het strafrecht niet de bestraffing is, maar het herstel. Herstel naar de maatschappij toe, herstel naar het slachtoffer toe en herstel (rehabilitatie) van de dader. In een ideale wereld zorgt het strafrecht er voor dat eenieder die de grens van het maatschappelijk aanvaarde overtreedt, kordaat terecht wordt gewezen, zijn fout rechtzet en dezelfde fout niet meer begaat.

De hoofdoorzaak dat er niet meer strafzaken op alternatieve wijze worden beslecht, is ons inziens terug te brengen tot onwetendheid. Enerzijds is er een gebrek aan kennis van deze wijze van afhandeling bij zowel magistraten, als advocaten. Anderzijds bestaat er te veel onduidelijkheid en onjuiste informatie over deze alternatieve afhandeling bij het grote publiek.

 

De alternatieve afhandelingsvormen

Er zijn drie hoofdvormen van alternatieve beslechting

  • De voorafgaandelijke erkenning van schuld of ‘guilty plea’ (artikel 216 Wetboek van Strafvordering)
  • Het verval van strafvordering door betaling van een geldsom of minnelijke schikking (artikel 216bis Wetboek van Strafvordering)
  • Het verval van strafvordering door de uitvoering van maatregelen en de naleving van voorwaarden (artikel 216ter Wetboek van Strafvordering)

 

Algemeen

Voor alle onderhandelingen over een alternatieve beslechting geldt hetzelfde, met name dat ze vertrouwelijk zijn en dat verklaringen en/of documenten die bij de onderhandelingen worden gebruikt, niet nadien in de strafprocedure mogen gebruikt worden.  Moesten de onderhandelingen niets opleveren, kan de verdachte nog steeds voluit voor de vrijspraak gaan in de rechtbank. Dat hij in de onderhandelingen schuld zou bekend hebben, mag niet gebruikt worden of zelfs bekend gemaakt worden ten aanzien van de rechter.

Bij de voorafgaandelijke erkenning zal er uiteindelijk wel een onderhandelde veroordeling plaatsvinden, die dus op je strafregister komt. Een verval van strafvordering houdt in dat er geen straf wordt opgelegd. Toch wordt dit vermeld op het strafregister, maar enkel voor zover het over feiten gaat waarvoor reeds een onderzoeksrechter was gelast of indien de zaak al aanhangig was bij de rechtbank of het hof van beroep.

 

De voorafgaandelijke erkenning van schuld of ‘Guilty plea’ (art. 216 Sv)

In het artikel verwijst Procureur des Konings De Keyzer naar de zogenaamde ‘guilty plea’, wat in het wetboek van strafvordering officieel als ‘de voorafgaandelijke erkenning van schuld’ wordt beschreven. Deze vorm van afhandeling heeft reeds een lange traditie in bijvoorbeeld het Amerikaanse recht en is bij het grote publiek vooral bekend van de Amerikaanse series. In ruil voor een bekentenis, wordt er onderhandeld over een straf.

Het Belgische systeem is wel niet volledig gelijklopend met het Amerikaanse, waar er schijnbaar geen enkele beperking op deze onderhandelingen staat. Het systeem in België onderworpen aan enkele belangrijke voorwaarden:

  1. De dader moet schuld bekennen;
  2. Het kan enkel voor misdrijven die niet lijken gestraft te moeten worden met een gevangenisstraf van meer dan 5 jaar;
  3. Het kan enkel voor misdrijven waarvoor het Strafwetboek een maximale straf van 20 jaar voorziet (dus niet voor bijvoorbeeld moord);
  4. Het mag evenmin toegepast worden voor zedenfeiten;
  5. Alle slachtoffers moeten volledig vergoed worden.

Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, kunnen de dader en het openbaar ministerie in onderhandeling gaan. In ruil voor een schuldbekentenis en een volledige betaling van alle slachtoffers, zal het openbaar ministerie een welbepaalde straf voorstellen. De idee is dat door de vrijwillige bekentenis en de spontane vergoeding van de slachtoffers, een mildere bestraffing wordt bekomen dan wat het openbaar ministerie zou eisen in de rechtszaal.

Door deze manier van onderhandelen moet enerzijds het openbaar ministerie geen ellenlang onderzoek voeren om de schuld van een dader te bewijzen en moeten de slachtoffer geen hele procedure doorlopen om hun schade vergoed te zien. Anderzijds weet ook de dader snel waar hij aan toe is en heeft hij zekerheid over zijn straf. Wanneer het onderzoek echter in handen is van een onderzoeksrechter, kan er geen gebruik gemaakt worden van deze vorm van alternatieve afhandeling. Zodra het gerechtelijk onderzoek volledig is afgerond door de onderzoeksrechter en de zaak werd doorverwezen naar de correctionele rechtbank, kan opnieuw gebruik gemaakt worden van de schuldbekentenis.

Iedereen komt er in feite beter uit. De dader wordt gestraft, het slachtoffer wordt vergoed en de maatschappij heeft op snelle en efficiënte wijze zijn herstel.

Om er zeker van te zijn dat alles wel correct verloopt en binnen proporties blijft, zal nog steeds een rechter nagaan of de afgesloten deal wel correct en proportioneel is. De rechtbank moet op het einde van de rit de onderhandelde straf nog bekrachtigen.

 

Verval van strafvordering door betaling van een geldsom

Deze manier van afhandeling is gekend als de zogenaamde minnelijke schikking. In feite wordt een erg groot deel van de bevolking geconfronteerd met deze manier van afhandelen in het verkeersrecht. Bij een deel van de verkeersovertredingen wordt er een minnelijke schikking voorgesteld aan de overtreder – wat dan in de volksmond ten onrechte ‘een boete’ wordt genoemd – om te voorkomen dat men voor de politierechtbank moet verschijnen. Betaalt men deze minnelijke schikking niet, dan gaat het dossier toch naar het parket voor dagvaarding.

De minnelijke schikking kan voor veel meer misdrijven gebruikt worden, dan enkel verkeersovertredingen. Sinds 2010 is het wetboek van strafvordering meermaals gewijzigd, om deze vorm van afhandeling te verruimen naar meerdere misdrijven.

Ook de verruimde minnelijke schikking is onderworpen aan strikte voorwaarden:

  1. Het kan enkel voor misdrijven die niet lijken gestraft te moeten worden met een gevangenisstraf van meer dan 2 jaar;
  2. Het is niet mogelijk voor zware geweldsmisdrijven;
  3. De dader moet afstand doen van alle vermogensvoordelen die hij uit het misdrijf heeft gehaald, alsook moeten alle eventuele verschuldigde belastingen of sociale bijdragen, met interesten, betaald worden;
  4. De dader moet alle gerechtskosten betalen;
  5. Het slachtoffer moet akkoord gaan met de schadevergoeding.

Als aan al deze voorwaarden voldaan is, dan kan het openbaar ministerie een geldsom voorstellen, die niet hoger kan zijn dan de maximale geldboete die wordt voorzien in de strafwet. De wet stelt dat het voorgestelde bedrag in verhouding moet zijn met de zwaarte van het misdrijf.

Het idee is dat de dader alle (financiële) gevolgen van zijn misdrijf moet herstellen en daarbovenop een boete moet betalen. Doet hij dat, dan zal de procureur niet meer vervolgen. Deze manier van afhandelen heeft vooral tot doel om de maatschappelijke kost te beperken. Ze wordt het meeste gebruikt voor financiële en fiscale misdrijven. Het onderzoek naar zo’n misdrijven is vaak erg complex en kan jaren in beslag nemen, met zelfs het risico dat de feiten uiteindelijk strafrechtelijk verjaren.

Helaas heeft deze manier van afhandelen een negatief imago gekregen bij het grote publiek, waarbij de verruimde minnelijke schikking veelal bekend staat als ‘de afkoopwet’. De idee dat ‘rijke mensen hun straf kunnen afkopen’ wordt gesterkt door een gebrek aan kennis en vooral foute informatie uit de media. Te vaak worden er persberichten verspreid waarbij een miljoenenfraude wordt ‘afgekocht’ door de betaling van een geldsom van bijvoorbeeld 500.000 euro. Bij het publiek en op de sociale media leeft dan het verkeerde idee dat de dader er uiteindelijk toch nog stevig op verdiend heeft.

Uiteraard kan er pas een minnelijke schikking plaatsvinden, als eerst alle (financiële) schade is vergoed. Dus eerst moeten alle gelden en goederen verkregen uit het misdrijf worden teruggegeven aan het slachtoffer of Justitie, daarna moeten alle gerechtskosten, sociale bijdragen en ontdoken belastingen (met intrest!) worden betaald en dan pas gaat men de bijkomende geldboete opleggen. Het kan en zal nooit de bedoeling zijn dat de dader er uiteindelijk toch nog op verdiend heeft.

Objectief bekeken wint de maatschappij enorm veel bij deze manier van afhandelen. Er is geen risico dat de dader vrijuit gaat wegens verjaring of een procedurefout, er moeten geen jarenlange dure onderzoeken gevoerd worden en er komt capaciteit vrij bij politie en justitie voor bijvoorbeeld drugs- en geweldsmisdrijven die een directere impact hebben op het algemeen welzijn. En op het einde van de rit vaart de belastingbetaler er wel bij, aangezien de dader zelf voor alle kosten opdraait en daarboven op nog de staatskas moet spijzen. De kosten van de procedure worden bijkomend beperkt. Ook Justitie moet soms economisch denken.

 

Verval van strafvordering door uitvoering van maatregelen en de naleving van voorwaarden

De laatste grote vorm van alternatieve afhandeling is een methode die helaas ook binnen justitie haast onbekend en dus ongebruikt is. Het is vergelijkbaar met de minnelijke schikking, maar in de plaats van een geldboete, moet de dader een welbepaalde voorwaarde naleven.

Deze afhandelingsmethode heeft volgende voorwaarden:

  1. De dader moet schuld bekennen;
  2. Het kan enkel voor misdrijven die niet lijken gestraft te moeten worden met een gevangenisstraf van meer dan 2 jaar;
  3. De slachtoffers moeten vergoed worden, waarbij de procureur des Konings kan verzoeken om een bemiddeling aan te gaan;
  4. De dader moet instemmen met de aan hem opgelegde voorwaarden.

Indien aan alle voorwaarden is voldaan, kan de procureur een verval van strafvordering uitspreken op voorwaarden dat de dader 1 of meerdere maatregelen naleeft, uit te voeren binnen een termijn van 1 jaar. Deze voorwaarden zijn de volgende:

  • Geneeskundige behandeling of therapie indien de feiten voortkomen uit een gedragsproblematiek, een ziekte of een verslaving;
  • Kosteloze dienstverlening van ten hoogste 120 uur;
  • Een opleiding volgen van ten hoogste 120 uur.

 

Conclusie

Dat de nieuwe procureur des Konings van Antwerpen een grote voorstander is van de alternatieve afhandeling, kan alleen maar toegejuicht worden. Met uitzondering van de verkeersmisdrijven, worden er thans immers bijzonder weinig strafzaken afgehandeld buiten de strafrechter om.

De wet schrijft in principe voor dat het voorstel tot alternatieve afhandeling vanuit het openbaar ministerie zou moeten komen, maar de praktijk leert dat het veelal de advocaten van de verdediging zelf zijn, die deze mogelijkheid op tafel leggen.

Om een echt succes te worden, dient eerst de onwetendheid aangepakt te worden. Bij de magistraten, bij de advocaten en ook bij de publieke opinie. Bij dat laatste mag de rol van de media niet onderschat worden, die te vaak de minnelijke schikking foutief afschildert als een ‘afkoping van de straf’. Wij hopen alleszins dat we met dit artikel vanuit Studio Legale mee kunnen helpen om deze onwetendheid aan te pakken.

Bij Studio Legale hebben onze gespecialiseerde advocaten ervaring met de alternatieve afhandeling in strafzaken. Moest u nog vragen hebben of indien u zelf denkt in aanmerking te komen voor een alternatieve afhandeling, aarzel niet om onze specialisten ter zake te contacteren:  [email protected]

 

PDF

VANAF 1 JANUARI 2020: ROOKMELDERS VERPLICHT IN ELKE VLAAMSE WONING

Woningbranden eisen in Vlaanderen heel wat slachtoffers. Zo bleek uit een telling dat in 2016 maar liefst 46 mensen om het leven kwamen in woningbranden.1 Vlaanderen is hiermee één van de slechtst scorende regio’s van Europa. De brandveiligheid van de woningen in Vlaanderen dient dan ook te worden verbeterd.

Rookmelders kunnen hierbij van groot belang zijn. Rookmelders stoppen uiteraard geen brand, maar goed werkende rookmelders geven snel een waarschuwing zodat vluchten nog mogelijk is.
Vanaf 1 januari 2020 dienen alle woningen in Vlaanderen over voldoende rookmelders of een branddetectiesysteem beschikken.

Dit wordt ingevoerd door het decreet van 10 maart 2017 “houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft”, BS 31 maart 2017.
Het decreet van 10 maart 2017 treedt in werking op 1 januari 2020 en voert een algemene verplichting voor het plaatsen van rookmelders in, door een verankering ervan in art. 5 van de Vlaamse Wooncode.

Aan artikel 5, §1, tweede lid van de Vlaams Wooncode, wordt volgende zin toegevoegd:
“Een woning moet uitgerust zijn met één of meer rookmelders geplaatst op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.”.

Indien U nog vragen hebt omtrent deze materie, aarzel niet om onze specialisten te contacteren. Zij helpen U graag verder.    www.studio-legale.be   [email protected]

1 De brandweer, “analyse fatale woningbranden”, 40, www.timrenders.be/images/ref_art_brandweermv557.pdf

—————————————————-

A PARTIR DU 1ER JANVIER 2020: DÉTECTEURS DE FUMÉE OBLIGATOIRES DANS CHAQUE HABITATION EN FLANDRE

 

Les incendies dans les habitations font beaucoup de victimes en Flandre. Par exemple, un décompte a montré que pas moins de 46 personnes sont mortes dans des incendies d’habitation en 2016[1].  Cela fait de la Flandre l’une des régions les plus mal notées d’Europe. La sécurité incendie des habitations en Flandre doit donc être améliorée.

Les détecteurs de fumée peuvent être d’un grand intérêt ici. Les détecteurs de fumée n’arrêtent évidemment pas les incendies, mais des détecteurs de fumée fonctionnant correctement donnent un avertissement rapide pour que la fuite soit toujours possible.

A partir du 1er janvier 2020, toutes les habitations en Flandre doivent être équipées de détecteurs de fumée ou d’un système de détection d’incendie en nombre suffisant.

Cela a été introduit par le décret du 10 mars 2017 «  modifiant le décret du 15 juillet 1997 contenant le code flamand du Logement, en ce qui concerne l’amélioration de la sécurité incendie par l’introduction générale des détecteurs de fumée optiques pour habitations », M.B, 31 mars 2017.

Le décret du 10 mars 2017 est entré en vigueur le 1er janvier 2020 et a introduit une obligation générale pour l’installation de détecteurs de fumée, en l’ancrant dans l’art. 5 du Code flamand du Logement.

À l’article 5, §1, deuxième alinéa du Code flamand du Logement est ajouté la phrase suivante :

«  Chaque obligation doit remplir les conditions en matière de sécurité d’incendie en ce compris les normes de sécurités spécifiques et complémentaires fixées par le Gouvernement flamand »

 Si vous avez encore des questions à ce sujet, n’hésitez pas à contacter nos spécialistes. Ils seront heureux de vous aider.    www.studio-legale.be   [email protected]

[1] De brandweer, “analyse fatale woningbranden”, 40, www.timrenders.be/images/ref_art_brandweermv557.pdf

———————————————-

STARTING 1 JANUARY 2020: SMOKE DETECTORS MANDATORY IN EVERY FLEMISH DWELLING

Domestic fires claim a lot of victims in Flanders. Research showed no less than 46 people died in house fires in 2016. This makes Flanders one of the worst scoring regions in Europe. That’s why Flanders needed to improve its fire safety of homes.

Smoke detectors can be of great importance in improving fire safety. Of course, smoke detectors do not prevent or stop fires, but properly functioning smoke detectors react quickly which makes it possible to escape the building on time.

Starting 1 January 2020, it is obligated to install sufficient smoke detectors or a fire detection system in all dwellings in Flanders.

This is introduced by the decree of 10 March 2017 “on the amendment of the decree of 15 July 1997 on the Flemish Housing Code as regards improving fire safety by the general introduction of optical smoke detectors for dwellings”, Official Gazette 31 March 2017.

The decree of 10 March 2017 entered into force on 1 January 2020 and introduces a general obligation for the installation of smoke detectors, by foreseeing it in article 5 of the Flemish Housing Code.

The following sentence is added to article 5, §1, second part of the Flemish Housing Code:

“A dwelling must be equipped with one or more smoke detectors installed in the manner determined by the Flemish Government or must have a fire detection system that has been inspected and certified by a recognised body”.

If you have any questions about this matter, do not hesitate to contact our specialists. They will be happy to help you.    www.studio-legale.be   [email protected]

Hoofdwebsite Contact
afspraak maken upload






      GDPR proof area
      Upload uw documenten





      sleep uw documenten naar hier of kies bestand


      sleep uw briefwisseling naar hier of kies bestand











        Benelux (€... )EU (€... )Internationaal (prijs op aanvraag)

        Door de aanvraag in te dienen, verklaart u zich uitdrukkelijk akkoord met onze algemene voorwaarden en bevestigt u dat u onze privacyverklaring aandachtig heeft gelezen. Het verzenden van deze aanvraag geldt als een opdrachtbevestiging.
        error: Helaas, deze content is beschermd!