GEEN BESCHERMING MEER TEGEN UITVOERENDE MAATREGELEN EN MORATORIUM OP FAILLISSEMENTEN NIET LANGER VERLENGD
16 februari 2021

GEEN BESCHERMING MEER TEGEN UITVOERENDE MAATREGELEN EN MORATORIUM OP FAILLISSEMENTEN NIET LANGER VERLENGD

 Moratorium niet verlengd

Door de coronacrisis zagen veel bedrijven hun inkomsten aanzienlijk dalen maar bleven de vaste kosten nog doorlopen. Toch lag het aantal uitgesproken faillissementen in het afgelopen jaar lager dan ooit, in vergelijking met de voorgaande jaren. Dit was het gevolg van het moratorium als federale steunmaatregel en een onuitgesproken gentleman’s agreement dat ervoor zorgde dat o.a. de fiscus, het parket, de RSZ, … geen dagvaardingen in het faillissement uitbrachten.[1]

Het moratorium op faillissementen liep af op 31 januari 2021 en de maatregel zal voorlopig niet worden verlengd.[2] Bedrijven zijn dus niet langer automatisch beschermd tegen het faillissement. Nu deze bescherming wegvalt, wordt het ergste gevreesd.

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) stelt in een interview met ‘De Tijd’ dat er alternatieve maatregelen zullen volgen. Deze maatregelen zullen wellicht pas worden doorgevoerd in maart 2021. Hieronder volgt alvast een overzicht van de mogelijkheden die de minister van Justitie vermoedelijk in zijn herlanceringsplan zal opnemen.[3]

Gerechtelijke bescherming

Op 31 januari 2021 viel het doek over het moratorium op faillissementen. Dit terwijl de nieuwe regelgeving omtrent de procedure voor gerechtelijke bescherming nog moet worden goedgekeurd.

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne verkiest een andere methode dan een moratorium in zijn nieuwe strategie, namelijk: de gerechtelijke bescherming. Gerechtelijke bescherming dient om ondernemingen in financiële moeilijkheden een adempauze te geven. De rechter kan een periode van maximaal twaalf maanden opleggen waarin de onderneming niet gedwongen kan worden om haar schulden af te betalen, en waarin geen uitvoerend beslag kan worden gelegd.[4] Om misbruik te voorkomen, zijn de voorwaarden voor de procedure voor gerechtelijke bescherming de afgelopen jaren enorm streng geworden.

Normaliter dient een onderneming die gerechtelijke bescherming aanvraagt, een lijst aan gegevens over te maken aan de rechtbank om te bewijzen dat de onderneming nog te redden is. Indien één document op deze lijst ontbreekt, is de vraag om bescherming meteen onontvankelijk.

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne heeft al aangegeven dat de rechter de mogelijkheid gegeven zal worden om toleranter te zijn. Zo zal bijvoorbeeld regularisatie mogelijk zijn. De rechter geeft aan welk document er ontbreekt in het dossier. De onderneming zal de kans krijgen om het document binnen korte termijn aan het dossier toe te voegen. Hiermee wordt vermeden dat een nieuwe procedure moet worden opgestart.

Omdat we ons in een crisisperiode bevinden, zullen de voorwaarden voor gerechtelijke bescherming vermoedelijk worden versoepeld zodat bedrijven meer kans op overleven hebben. Hoe deze voorwaarden inhoudelijk zullen worden aangepast, is nog niet bekend.

(!) Een versoepelde procedure van gerechtelijke bescherming kan een risico inhouden voor bestuurder. Indien namelijk bij aanvraag van de gerechtelijke reorganisatie vaststaat dat de onderneming technisch failliet is, kan een bestuurder nadien verantwoordelijk worden gehouden voor alle schulden bij een faillissement.

Voorbereidend akkoord

Daarnaast komt er allicht een nieuwe procedure van voorbereidend akkoord buiten de rechtbank. Een bedrijf in moeilijkheden kan samen met de meerderheid van haar schuldeisers een afbetalingsakkoord sluiten. Het bedrijf kan dit reeds doen voordat de gerechtelijke reorganisatieprocedure aanhangig wordt gemaakt. Hiermee vermijdt de schuldenaar het scepticisme van haar schuldeisers bij de publicatie van haar situatie in het Belgisch Staatsblad.

Gentleman’s agreement

Ten slotte deelt Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne mee dat de overheid als schuldenaar “de zaken niet op de spits zal drijven”. Hij doelt hiermee op schulden die ondernemingen hebben ten aanzien van de overheid, waarvoor de overheid thans niet al te overhaast zal dagvaarden.

Geen bescherming meer tegen uitvoerende maatregelen

Artikel van 71 van de wet van 20 december 2021 bepaalde dat ondernemingen die door de coronacrisis verplicht hun deuren dienen te sluiten kunnen genieten van een opschorting ten aanzien van uitvoerende maatregelen.

Beslag en andere uitvoerende maatregelen zijn namelijk niet verenigbaar met de verstrengde veiligheidsmaatregelen en waren om die reden tijdelijk onmogelijk.

Deze bescherming liep evenwel af op 31 januari 2021 en zal voorlopig niet worden verlengd.[5]

Ook de bescherming voor uitvoerende maatregelen t.a.v. particulieren liep af op 31 januari 2021.

Tot 31 maart 2021 is er nog wel een verhoogde inbeslagnemingsdrempel. [6]

Bedenking: Beslag en andere uitvoerende maatregelen zijn weer opnieuw mogelijk, net zoals dagvaarding in faillissement.

Momenteel is een onderneming en schuldenaar in moeilijkheden dus “vogelvrij”.

Of de administratie de suggestie van Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne zal opvolgen en de zaken “niet op de spits zal drijven” is maar de vraag.

Indien U of Uw onderneming financiële moeilijkheden ondervindt of verdere vragen heeft omtrent huidig artikel, kan u ons altijd contacteren op: [email protected] of telefonisch via 03 216 70 70.

Medialinks:

:

[1] www.studio-legale.be/moratorium-faillissementen-en-geen-beslag-op-loon-wagen-en-gezinswoning/?lang=nl

[2] Wet 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, BS 24 december 2020.

[3] D’hoore, J. en Dujardin, D. 2021, 29 januari. Regering maakt komaf met faillissementenstop. Geraadpleegd van www.tijd.be/politiek-economie/belgie/federaal/regering-maakt-komaf-met -faillissementenstop/10280668.html.

[4] Artt. XX.41 e.v. WER.

[5] Artikel 6 en 7 Wet 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, BS 24 december 2020.

[6] Artikel 71 Wet 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, BS 24 december 2020.