UPDATE CASHBETALINGEN
16 februari 2021

UPDATE CASHBETALINGEN

 

In België worden cashbetalingen meer en meer beperkt door de wet. Terwijl de trend zich voortzet naar een “cashless society”, blijft een cashsysteem voorlopig toch nog onmisbaar. 

Al sinds de preventieve witwaswet van 11 januari 1993[1] werden in België beperkingen van cashbetalingen opgelegd. Deze wet werd bij opeenvolgende wetswijzigingen ingrijpend gewijzigd.

De huidige wet van 18 december 2017[2] bepaalt de tarieven voor de betalingen in contanten. Deze wet is van toepassing op personen die handelen in goederen wanneer zij betalingen in contanten verrichten of ontvangen, alsook op de betaling van dienstprestaties die geleverd worden door een dienstverstrekker.[3] Een professional in de zin van deze wet is “elke persoon die geen consument is, met name de ondernemingen en de rechtspersonen, met inbegrip van vzw’s”.

Deze wet legt een algemene cash-drempel van € 3.000,00 vast.[4] Deze beperking geldt voor álle betalingen en schenkingen in het kader van een verrichting of een geheel van verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan.[5] Met de woorden “verrichtingen waartussen een verband bestaat” bedoelt de wetgever dat het toegelaten maximum geldt voor het geheel van de schuld wanneer een schuld in meerdere keren betaald wordt en wanneer er tussen meerdere schulden een verband bestaat.

 

Voorbeelden:

- Wanneer het contract tussen een consument en een bouwonderneming bepaalt dat het totaalbedrag wordt betaald in 4 schijven, mag de consument maximaal € 3.000,00 contant betalen.

- Wanneer een kleinhandelaar elke dag goederen bij zijn groothandelaar aankoopt, mag de klant € 3.000,00 contant betalen 

 Deze algemene drempel is niet van toepassing op de verkoop van onroerende goederen (vastgoedsector), op consumenten onderling en op bepaalde financiële instellingen zoals banken.[6]

Wat betreft de vastgoedsector, is het betalen in cash steeds verboden.[7] Betalingen mogen slechts gebeuren per storting of per cheque.[8] Het gaat hier uitsluitend over de verkoop van een onroerend goed.[9] Dit verbod geldt dus niet wanneer u uw woning gaat bouwen of verbouwen.

Wat betreft de verkoop of dienstverlening tussen consumenten onderling en met bepaalde financiële instellingen geldt er geen beperking op de cashbetalingen, behalve bij de verkoop van een onroerend goed (geen betaling in contanten) en bij de openbare verkoop van roerende goederen (€ 3.000,00).

Er geldt een bijzondere regeling in het kader van edele metalen (goud, platina, zilver en palladium), oudere metalen en koperen kabels:[10]

- In geval van een openbare verkoop geldt nog steeds de drempel van € 3.000,00.

- In geval van een onderhandse verkoop mag de verkoper geen cash geld mag ontvangen van de koper die geen consument is (b2b verhouding).

- In geval van een onderhandse verkoop mag de consument slechts € 500,00 cash geld ontvangen van de koper (c2b verhouding).

- In geval van een onderhandse verkoop mag de verkoper € 3.000,00 ontvangen van de koper die een consument is (b2c verhouding).

- In geval van een onderhandse verkoop tussen consumenten geldt er geen beperking in cashbetalingen.

Overtredingen op deze regels moeten aangeven bij de cel voor financiële informatieverwerking of CFI.[11] In geval van overtreding kan een boete worden opgelegd aan de partijen met een absoluut maximum van € 1.800.000. De boete mag nooit meer bedragen dan 10% van de betaling of de schenking.[12] De Algemene Directie Controle & Bemiddeling van de FOD Economie ziet toe op de naleving van bovenstaande regels.[13] Zij voeren hiertoe regelmatig controles uit. Ter vervulling van hun opdracht mogen de controleurs alle boekhoudkundige en commerciële documenten van handelaren of dienstverleners inkijken.

De betaling van het loon in cash geld wordt ook beperkt.[14] Artikel 5 van de Loonsbeschermingswet[15] zoals gewijzigd bij wet van 23 augustus 2015[16], regelt de betalingswijze van het loon. Vanaf 1 oktober 2016 moet het loon in giraal geld (postassignatie, circulaire cheque of overschrijving op een bank- of postrekening[17]) worden betaald. De werknemer heeft het recht te kiezen welke betalingswijze wordt gehanteerd.

Hierop geldt een uitzondering. Het loon kan evenwel van hand tot hand of cash worden uitbetaald, voor zover deze modaliteit is bepaald bij een in een paritair orgaan gesloten collectieve arbeidsovereenkomst, of door een impliciet akkoord of een gebruik in de sector.[18]

Het KB-besluit van 26 december 2015[19] bepaalt hoe een sectoraal impliciet akkoord of een sectoraal gebruik over de uitbetaling van hand tot hand wordt vastgesteld en bekendgemaakt.

Wanneer een betaling van hand tot hand is toegelaten, moet de werkgever een kwitantie van deze uitbetaling ter ondertekening voorleggen aan de werknemer.

Op grond van artikel 47bis Loonbeschermingswet wordt het loon beschouwd als niet uitbetaald wanneer de werkgever de verplichting van de girale betaling overtreedt.

(https://www.jubel.be/sinds-oktober-verbod-uitbetaling-loon-cash/ ; https://www.jubel.be/handje-contantje-loon-betalen-serieus-risico/)

De mogelijkheid voor de ondernemingen en vrije beroepers van de afronding van het kasticket is ook een beperking op cashbetalingen, meer specifiek het gebruik van 1 en 2 eurocent te verminderen.[20] Ondernemingen en vrije beroepers mogen vanaf 1 oktober 2014[21] het totaalbedrag dat de consument hen moet betalen, afronden tot op 5 eurocent. De afronding geldt enkel voor betalingen in cash, niet voor elektronische betalingen. Wanneer handelaars die afrondingsregels toepassen, moeten zij dit duidelijk aangeven door middel van een pictogram.[22]

 

In de praktijk:

(a) Het totaalbedrag eindigt op 1, 2, 6 of 7 cent? Het bedrag zal worden afgerond naar het dichtstbijzijnde lagere veelvoud van 5 cent: € 56,32 moet worden afgerond naar € 56,30.

(b) Het totaalbedrag eindigt op 3, 4, 8 of 9 cent? Het bedrag zal worden afgerond naar het dichtstbijzijnde hogere veelvoud van 5 cent: € 56,33 moet worden afgerond naar € 56,35.

(https://www.test-aankoop.be/familie-prive/supermarkten/dossier/uw-rechten-in-de-supermarkt-1/met-cash-betalen ; https://www.hln.be/geld/consument/cashbetalingen-afronden-tot-op-5-cent-wordt-verplicht~a3a0240b/)

In principe zijn cash, bankbiljetten en munten een wettig betaalmiddel. Stilaan maakt de trend zich om cash geld te weigeren (in de horeca, apothekers enzovoort). Eén van de redenen is de veiligheid (bv. overvallen vermijden). Hierover bestaat discussie. Er wordt een afweging gemaakt tussen het recht van een handelaar om cashbetalingen te weigeren en het keuzerecht van de consument tussen contant of digitaal betalen. (https://www.bruzz.be/samenleving/no-cash-doet-intrede-brusselse-horeca-2019-05-10 ; https://www.hln.be/in-de-buurt/gent/omdat-cash-nergens-meer-aanvaard-wordt-komen-daklozen-in-de-problemen~a316373f/ ; https://www.hln.be/nieuws/binnenland/cd-v-wil-handelaars-verplichten-om-overal-elektronisch-betaalmiddel-te-aanvaarden~a56687d7/)

 Het valt niet te ontkennen dat cashbetalingen geleidelijk aan minder en minder evident worden. In principe is de toegelaten maximumgrens voor betalingen in contanten vastgelegd op € 3.000,00 en moet het loon in giraal geld worden betaald. Hierop gelden bovenvermelde uitzonderingen.

Er zijn geen wetsbepalingen die de handelaar het recht geven cashbetalingen te weigeren of de handelaar verplichten om een elektronisch betaalmiddel te aanvaarden. Er moet een goed evenwicht gevonden en gezocht worden tussen de belangen van de handelaar (deze kan bijvoorbeeld niet geneigd zijn om cash aan te nemen wegens veiligheidsoverwegingen) en anderzijds moet er ingegaan worden op de wens van de consument om al dan niet met cash te betalen.

Besluit:

Het valt te verwachten dat ook  België verder evolueert naar “een cashless society”.

Auteurs: Joost Peeters, Lieselotte Vrints en Roxanne Sleeckx

 

[1] Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 9 februari 1993.

[2] De wet van 18 december 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, BS 6 oktober 2017. (hierna: ‘antiwitwaswet’)

[3] Art. 5 antiwitwaswet 2017.

[4] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017.

[5] Art. 67, § 2, eerste lid antiwitwaswet 2017.

[6] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017. Wat betreft de laatste uitzondering gaat het over de entiteiten bedoeld in artikel 5, §1, 1°, 3°, 4°, 6°, 7°, 10° en 16° antiwitwaswet 2017.

[7] Art. 66, § 1 antiwitwaswet 2017.

[8] Art. 66, § 2 antiwitwaswet 2017.

[9] Art. 66 antiwitwaswet 2017.

[10] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017. Zie definitie van consument in art. 67, § 1, 1° antiwitwaswet 2017; J. DE SMEDT, “Grondwettelijk Hof nr. 141/2019, 17 oktober 2019 (vzw Federatie van de Belgische recuperatie van Ferro- en Non-Ferro Metalen e.a.)” NJW 2020, nr. 427, 631.

[11] Art. 47 antiwitwaswet.

[12] Art. 137 antiwitwaswet.

[13] Art. 109 antiwitwaswet.

[14] X, “Loon”, NJW 2016, nr. 336, 104-105; N. MERTENS, “In welke sectoren mag men het loon nog cash betalen?”, SOCWEG 2017, alf. 13, 14-15.

[15] Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, BS 30 april 1965.

[16] Wet van 23 augustus 2015 tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wat de uitbetaling van het loon betreft, BS 1 oktober 2015.

[17] Art. 1 KB van 5 maart 1986 houdende nadere regelen betreffende de uitbetaling van het loon in giraal geld en de overdracht van of het beslag op het tegoed van de bank- of de postchequerekening waarop het loon van de werknemer wordt overgeschreven, BS 21 maart 1986.

[18] Art. 5 Loonbeschermingswet.

[19] Koninklijk Besluit van 26 december 2015 tot vaststelling van de nadere regels voor het vaststellen en bekendmaken van een sectoraal impliciet akkoord of een sectoraal gebruik inzake de uitbetaling van het loon van hand tot hand, BS 19 januari 2016.

[20] X., “Kasticket afronden”, Juristenkrant 2014, afl. 295, 2; X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, afl. 309, 734.

[21] Koninklijk Besluit van 22 september 2014 houdende de de inwerkingtreding en de uitvoering van sommige bepalingen van boek VI, XIV en XV van het Wetboek van economisch recht, met betrekking tot de afronding van betalingen in euro, BS 25 september 2014.

[22] X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, nr. 309, 734.

----------------------------------------

LES PAIEMENTS EN ESPÈCES

En Belgique, les paiements en espèces sont de plus en plus limités par la loi. Si la tendance à une "société sans cash" se poursuit, un système avec cash reste indispensable. 

Des restrictions sur les paiements en espèces ont été imposées en Belgique depuis la loi préventive sur le blanchiment d'argent du 11 janvier 1993[1]. Cette loi a été substantiellement modifiée par des amendements législatifs successifs.

La loi actuelle du 18 décembre 2017[2] fixe les taux pour les paiements en espèces. Cette loi s'applique aux personnes qui font du commerce de marchandises lorsqu'elles effectuent ou reçoivent des paiements en espèces, ainsi qu'au paiement de services fournis par un prestataire de services.[3] Un professionnel au sens de la présente loi est "toute personne qui n'est pas un consommateur, notamment les entreprises et les personnes morales, y compris les organisations sans but lucratif".

Cette loi fixe un seuil général de 3 000,00 euros en espèces.[4] Cette limite s'applique à tous les paiements et dons effectués dans le cadre d'une transaction ou d'un ensemble de transactions entre lesquelles il semble y avoir un lien.[5] Par les mots "transactions entre lesquelles il existe un lien", le législateur veut dire que la limite maximale autorisée s'applique à l'ensemble de la dette lorsqu'une dette est payée en plusieurs versements et lorsqu'il existe un lien entre plusieurs dettes.

Exemples :

- Lorsque le contrat entre un consommateur et une entreprise de construction stipule que le montant total est payé en 4 versements, le consommateur peut payer un maximum de 3 000,00 € en espèces.

- Si un détaillant achète des marchandises à son grossiste tous les jours, le client peut payer 3 000,00 € en espèces. 

Ce seuil général ne s'applique pas à la vente de biens immobiliers (secteur immobilier), aux consommateurs entre eux et à certains établissements financiers tels que les banques.[6] 

En ce qui concerne le secteur immobilier, le paiement en espèces est toujours interdit.[7] Les paiements ne peuvent être effectués que par dépôt ou par chèque.[8] Cela ne concerne que la vente de biens immobiliers.[9] Cette interdiction ne s'applique donc pas lorsque vous allez construire ou rénover votre maison.

En ce qui concerne la vente ou la prestation de services entre consommateurs et avec certaines institutions financières, il n'y a pas de restriction sur les paiements en espèces, sauf pour la vente de biens immobiliers (pas de paiement en espèces) et la vente publique de biens mobiliers (3 000,00 €).

Il existe une règle spéciale pour les métaux précieux (or, platine, argent et palladium), les métaux plus anciens et les câbles en cuivre:[10]

- Dans le cas d'une vente publique, le seuil de 3 000,00 € s'applique toujours.

- Dans le cas d'une vente privée, le vendeur ne peut pas recevoir d'argent liquide de l'acheteur qui n'est pas un consommateur (b2b).

- Dans le cas d'une vente privée, le consommateur ne peut recevoir de l'acheteur que 500,00 € en espèces (c2b).

- Dans le cas d'une vente privée, le vendeur peut recevoir 3 000,00 € en espèces de l'acheteur qui est un consommateur (b2c).

- Dans le cas d'une vente privée entre consommateurs, il n'y a pas de limitation des paiements en espèces.

Toute violation de ces règles doivent être signalées à la cellule de traitement des informations financières ou à la CTIF.[11]  En cas d'infraction, une amende peut être imposée aux parties avec un maximum absolu de 1.800.000 €. L'amende ne peut jamais dépasser 10 % du paiement ou du don.[12]  La Direction générale Contrôle & Médiation du Service public fédéral Economie veille au respect des règles ci-dessus.[13]  À cette fin, Elle procède à des contrôles réguliers. Afin de remplir leur mission, les commissaires aux comptes peuvent consulter tous les documents comptables et commerciaux des commerçants ou des prestataires de services.

Le paiement des salaires en espèces est également limité.[14] L'article 5 de la loi sur la protection[15] des salaires, telle que modifiée par la loi du 23 août 2015[16], réglemente le mode de paiement des salaires. À partir du 1er octobre 2016, les salaires doivent être payés en monnaie scripturale (virement postal, chèque circulaire ou transfert sur un compte bancaire ou postal[17]). L'employé a le droit de choisir le mode de paiement utilisé.

Il y a une exception à cette règle. Les salaires et traitements peuvent toutefois être payés manuellement ou en espèces, à condition que cette modalité soit déterminée par une convention collective conclue par un organisme paritaire, ou par un accord implicite ou une pratique du secteur.[18]

L'arrêté royal du 26 décembre 2015[19] détermine comment un accord implicite sectoriel ou une pratique sectorielle sur le paiement de main à main est déterminé et publié.

Lorsqu'un paiement de main à main est autorisé, l'employeur doit présenter un reçu de ce paiement à l'employé pour signature.

En vertu de l'article 47bis de la loi sur la protection des salaires, le salaire est réputé ne pas avoir été versé si l'employeur viole l'obligation de payer à la main. (https://www.jubel.be/sinds-oktober-verbod-uitbetaling-loon-cash/ ; https://www.jubel.be/handje-contantje-loon-betalen-serieus-risico/)

La possibilité pour les entreprises et les professionnels d'arrondir le ticket de caisse est également une restriction aux paiements en espèces, plus précisément pour réduire l'utilisation de 1 et 2 centimes d'euro.[20]  À partir du 1er octobre 2014[21], les entreprises et les professionnels peuvent arrondir le montant total que les consommateurs doivent leur verser jusqu'à 5 centimes d'euro. L'arrondissement ne s'applique qu'aux paiements en espèces, et non aux paiements électroniques. Lorsque les opérateurs appliquent les règles de l’arrondi, ils doivent l'indiquer clairement au moyen d'un pictogramme.[22] 

En pratique :

(a) Le montant total se termine à 1, 2, 6 ou 7 centimes ? Le montant sera arrondi au multiple inférieur de 5 cents le plus proche : 56,32 euros doivent êt re arrondis à 56,30 euros.

(b) Le montant total se termine à 3, 4, 8 ou 9 centimes ? Le montant sera arrondi au multiple de 5 cents supérieur le plus proche : 56,33 euros doivent être arrondis à 56,35 euros.

(https://www.test-aankoop.be/familie-prive/supermarkten/dossier/uw-rechten-in-de-supermarkt-1/met-cash-betalen ; https://www.hln.be/geld/consument/cashbetalingen-afronden-tot-op-5-cent-wordt-verplicht~a3a0240b/)  

 

En principe, les espèces, les billets de banque et les pièces sont des moyens de paiement légaux. Progressivement, la tendance est de refuser l'argent liquide (dans l'hôtellerie, les pharmacies, etc.). L'une des raisons est la sécurité (par exemple, éviter les vols). Il y a des discussions à ce sujet. Un équilibre est trouvé entre le droit du commerçant de refuser les paiements en espèces et le droit du consommateur de choisir entre un paiement en espèces ou un paiement numérique. (https://www.bruzz.be/samenleving/no-cash-doet-intrede-brusselse-horeca-2019-05-10 ; https://www.hln.be/in-de-buurt/gent/omdat-cash-nergens-meer-aanvaard-wordt-komen-daklozen-in-de-problemen~a316373f/ ; https://www.hln.be/nieuws/binnenland/cd-v-wil-handelaars-verplichten-om-overal-elektronisch-betaalmiddel-te-aanvaarden~a56687d7/)

 

Il est indéniable que les paiements en espèces deviennent progressivement de moins en moins évidents. En principe, la limite maximale autorisée pour les paiements en espèces est fixée à 3 000,00 € et les salaires doivent être payés en monnaie scripturale. Les exceptions ci-dessus s'appliquent.

Il n'existe pas de dispositions légales autorisant le commerçant à refuser les paiements en espèces ou l'obligeant à accepter un moyen de paiement électronique. Il faut trouver et rechercher un équilibre adéquat entre les intérêts du commerçant (par exemple, il peut être réticent à accepter des espèces pour des raisons de sécurité) et le désir du consommateur de payer ou de ne pas payer en espèces.

Conclusion :

Il faut s'attendre à ce que la Belgique évolue encore vers une "société sans cash".

Auteurs : Joost Peeters, Lieselotte Vrints et Roxanne Sleeckx

[1] Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 9 februari 1993.

[2] De wet van 18 december 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, BS 6 oktober 2017. (hierna: ‘antiwitwaswet’)

[3] Art. 5 antiwitwaswet 2017.

[4] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017.

[5] Art. 67, § 2, eerste lid antiwitwaswet 2017.

[6] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017. Wat betreft de laatste uitzondering gaat het over de entiteiten bedoeld in artikel 5, §1, 1°, 3°, 4°, 6°, 7°, 10° en 16° antiwitwaswet 2017.

[7] Art. 66, § 1 antiwitwaswet 2017.

[8] Art. 66, § 2 antiwitwaswet 2017.

[9] Art. 66 antiwitwaswet 2017.

[10] Art. 67, § 2 antiwitwaswet 2017. Zie definitie van consument in art. 67, § 1, 1° antiwitwaswet 2017; J. DE SMEDT, “Grondwettelijk Hof nr. 141/2019, 17 oktober 2019 (vzw Federatie van de Belgische recuperatie van Ferro- en Non-Ferro Metalen e.a.)” NJW 2020, nr. 427, 631.

[11] Art. 47 antiwitwaswet.

[12] Art. 137 antiwitwaswet.

[13] Art. 109 antiwitwaswet.

[14] X, “Loon”, NJW 2016, nr. 336, 104-105; N. MERTENS, “In welke sectoren mag men het loon nog cash betalen?”, SOCWEG 2017, alf. 13, 14-15.

[15] Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, BS 30 april 1965.

[16] Wet van 23 augustus 2015 tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wat de uitbetaling van het loon betreft, BS 1 oktober 2015.

[17] Art. 1 KB van 5 maart 1986 houdende nadere regelen betreffende de uitbetaling van het loon in giraal geld en de overdracht van of het beslag op het tegoed van de bank- of de postchequerekening waarop het loon van de werknemer wordt overgeschreven, BS 21 maart 1986.

[18] Art. 5 Loonbeschermingswet.

[19] Koninklijk Besluit van 26 december 2015 tot vaststelling van de nadere regels voor het vaststellen en bekendmaken van een sectoraal impliciet akkoord of een sectoraal gebruik inzake de uitbetaling van het loon van hand tot hand, BS 19 januari 2016.

[20] X., “Kasticket afronden”, Juristenkrant 2014, afl. 295, 2; X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, afl. 309, 734.

[21] Koninklijk Besluit van 22 september 2014 houdende de de inwerkingtreding en de uitvoering van sommige bepalingen van boek VI, XIV en XV van het Wetboek van economisch recht, met betrekking tot de afronding van betalingen in euro, BS 25 september 2014.

[22] X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, nr. 309, 734.

-------------------------------------

UPDATE: BARZAHLUNGEN

In Belgien werden Barzahlungen zunehmend per Gesetz eingeschränkt. Während der Trend zur "bargeldlosen Gesellschaft" anhält, bleibt ein Bargeldsystem unverzichtbar. 

Seit dem Gesetz zur Verhinderung von Geldwäsche vom 11. Januar 1993 gibt es in Belgien Beschränkungen für Barzahlungen. Dieses Gesetz wurde durch aufeinanderfolgende Gesetzes änderungen grundlegend geändert.

Das aktuelle Gesetz vom 18. Dezember 2017 legt die Höhe der zulässigen Barzahlungen fest. Dieses Gesetz gilt für Personen, die mit Waren handeln, wenn sie Barzahlungen leisten oder empfangen, sowie für die Bezahlung von Dienstleistungen, die von einem Dienstleister erbracht werden.  Unternehmer im Sinne dieses Gesetzes ist "jede Person, die nicht Konsument ist, insbesondere Unternehmen und juristische Personen, einschließlich Non-Profit-Organisationen".

Dieses Gesetz legt eine allgemeine Bargeldgrenze von 3.000 EUR fest.  Dieses Limit gilt für alle Zahlungen und Spenden im Rahmen einer Transaktion oder einer Reihe von Transaktionen, die miteinander verbunden scheinen.  Mit den Worten "Transaktionen, zwischen denen eine Verbindung besteht" meint der Gesetzgeber, dass die zulässige Höchstgrenze für die gesamte Schuld gilt, wenn eine Schuld in mehreren Raten gezahlt wird und wenn eine Verbindung zwischen mehreren Schulden besteht.

Beispiele:

- Wenn der Vertrag zwischen einem Konsument und einem Bauunternehmen vorsieht, dass der Gesamtbetrag in 4 Raten gezahlt wird, kann der Verbraucher maximal 3.000,00 EUR in bar bezahlen.

- Wenn ein Einzelhändler jeden Tag Waren bei seinem Großhändler kauft, darf der Kunde 3.000 EUR in bar bezahlen. 

Dieser allgemeine Grenzwert gilt nicht für den Verkauf von Grundstücken (Immobiliensektor), an Konsumenten untereinander und an bestimmte Finanzinstitute wie Banken. 

Im Immobilienbereich ist die Zahlung in bar grundsätzlich verboten.  Zahlungen können nur durch Einzahlung oder Scheck erfolgen.  Dies gilt nur für den Verkauf einer Immobilie.  Dieses Verbot gilt nicht, wenn Sie Ihr Haus bauen oder renovieren.

Bei Verkäufen oder Dienstleistungen zwischen Konsumenten und mit bestimmten Finanzinstituten gibt es keine Beschränkung für Barzahlungen, außer beim Verkauf einer Immobilie (keine Barzahlung) und beim öffentlichen Verkauf von beweglichen Gütern (3.000,00 EUR).

Eine Sonderregelung gilt im Rahmen von Edelmetallen (Gold, Platin, Silber und Palladium), Altmetallen und Kupferkabeln:

- Im Falle eines öffentlichen Verkaufs gilt weiterhin der Grenzwert von 3.000,00 EUR.

- Bei einem Privatverkauf darf der Verkäufer vom Käufer, der kein Konsument ist, kein Bargeld erhalten (B2B-Verhältnis).

- Im Falle eines Privatverkaufs darf der Konsument vom Käufer nur 500,00 EUR in bar erhalten (c2b-Verhältnis).

- Im Falle eines Privatverkaufs kann der Verkäufer vom Käufer, der ein Konsument ist, 3.000 EUR erhalten (b2c-Beziehung).

- Im Falle eines Privatverkaufs zwischen Konsumenten gibt es keine Beschränkung für Barzahlungen.

Verstöße gegen diese Regeln müssen an dem CTIF-CFI gemeldet werden.  Im Falle eines Verstoßes kann gegen die Parteien ein Bußgeld mit einem absoluten Höchstbetrag von 1.800.000 EUR verhängt werden. Die Geldbuße darf niemals 10 % der Zahlung oder Spende übersteigen.  Die Generaldirektion für Kontrolle & Vermittlung des FÖD Wirtschaft sorgt für die Einhaltung der oben genannten Regeln.  Zu diesem Zweck führen sie regelmäßige Inspektionen durch. Um ihre Aufgabe zu erfüllen, können die Inspektoren alle Buchhaltungs- und Geschäftsunterlagen der Händler oder Dienstleister einsehen.

Auch die Auszahlung von Löhnen in bar ist eingeschränkt.  Artikel 5 des Lohnschutzgesetzes in der Fassung des Gesetzes vom 23. August 2015, regelt die Art und Weise der Lohnauszahlung. Ab dem 1. Oktober 2016 müssen Löhne in Buchgeld (Postversand, Rundschreiben oder Überweisung auf ein Bank- oder Postkonto ) bezahlt werden. Der Mitarbeiter hat das Recht, die Art der Bezahlung zu wählen.

Es gibt eine Ausnahme von dieser Regel. Das Gehalt kann jedoch in bar oder per Hand ausgezahlt werden, sofern diese Methode in einem von einem gemeinsamen Gremium abgeschlossenen Tarifvertrag oder durch eine stillschweigende Vereinbarung oder einen Brauch in der Branche vorgesehen ist.

Der Königliche Erlass vom 26. Dezember 2015 legt fest, wie eine sektorale stillschweigende Vereinbarung oder ein sektoraler Brauch bezüglich der Bezahlung von Hand zu Hand festgelegt und bekannt gegeben wird.

Wenn eine Zahlung von Hand zu Hand erlaubt ist, muss der Arbeitgeber dem Arbeitnehmer eine Quittung über diese Zahlung zur Unterschrift vorlegen.

Gemäß Art. 47bis des Lohnschutzgesetzes gilt der Lohn als nicht gezahlt, wenn der Arbeitgeber gegen die Verpflichtung zur bargeldlose Zahlung verstößt.

Die Möglichkeit für Unternehmen und Gewerbetreibende, den Kassenbon aufzurunden, ist auch eine Einschränkung für Barzahlungen, genauer gesagt für die Verwendung von 1 und 2 Eurocent.  Ab dem 1. Oktober 2014 dürfen Unternehmer und Angehörige freier Berufe den Gesamtbetrag, den Verbraucher an sie zu zahlen haben, auf die nächsten 5 Eurocent aufrunden. Die Rundung gilt nur für Barzahlungen, nicht für elektronische Zahlungen. Wenn Händler diese Rundungsregeln anwenden, müssen sie dies deutlich durch ein Piktogramm anzeigen. 

In der Praxis:

(a) Der Gesamtbetrag endet mit 1, 2, 6 oder 7 Cent? Der Betrag wird auf das nächstkleinere Vielfache von 5 Cent gerundet: 56,32 EUR sollten auf 56,30 EUR gerundet werden.

(b) Der Gesamtbetrag endet mit 3, 4, 8 oder 9 Cent? Der Betrag wird auf das nächsthöhere Vielfache von 5 Cent gerundet: 56,33 EUR sollten auf 56,35 EUR gerundet werden.

Grundsätzlich sind Bargeld, Banknoten und Münzen gesetzliches Zahlungsmittel. Es gibt einen zunehmenden Trend, kein Bargeld mehr anzunehmen (in der Gastronomie, in Apotheken, etc.). Einer der Gründe ist die Sicherheit (z. B. um Diebstähle zu vermeiden). Dies ist der Gegenstand einiger Diskussionen. Es gibt eine Abwägung zwischen dem Recht eines Händlers, Barzahlungen zu verweigern, und dem Recht des Verbrauchers, zwischen Barzahlung und digitaler Zahlung zu wählen.

Es ist nicht zu leugnen, dass Barzahlungen immer seltener werden. Grundsätzlich ist die Höchstgrenze für Barzahlungen auf 3.000,00 EUR festgelegt und das Gehalt muss Buchgeld ausgezahlt werden. Es gelten die oben genannten Ausnahmen.

Es gibt keine gesetzlichen Bestimmungen, die den Händler berechtigen, Barzahlungen zu verweigern oder den Händler verpflichten, ein elektronisches Zahlungsinstrument zu akzeptieren. Es muss ein angemessenes Gleichgewicht zwischen den Interessen des Händlers (der z. B. aus Sicherheitsgründen nur ungern Bargeld annimmt) und dem Wunsch des Verbrauchers, mit Bargeld zu bezahlen oder nicht, gefunden und angestrebt werden.

Fazit:

Es ist zu erwarten, dass sich auch Belgien weiter in Richtung einer "bargeldlosen Gesellschaft" entwickeln wird.

----------------------------------------

UPDATE CASH PAYMENTS

In Belgium, cash payments are increasingly restricted by law. While the trend continues towards a "cashless society", a cash system remains indispensable. 

Restrictions on cash payments have been imposed in Belgium since the Preventive Money Laundering Act of 11 January 19 93[1]. This law has been substantially amended by successive legislative amendments.

The current law of 18 December 2017[2] sets the rates for cash payments. This law applies to persons trading in goods when making or receiving payments in cash as well as to the payment of services provided by a service provider.[3] A professional within the meaning of this law is "any person who is not a consumer, in particular undertakings and legal persons, including non-profit organisations".

This law sets a general cash threshold of €3,000.00.[4] This limit applies to all payments and donations made within the framework of a transaction or a set of transactions that appear to be linked.[5] With the words "transactions between which there is a link", the legislator means that the maximum permitted limit applies to the whole of the debt when a debt is paid in several instalments and when there is a link between several debts.

For example:

- Where the contract between a consumer and a construction company stipulates that the total amount is to be paid in 4 instalments, the consumer may pay a maximum of €3,000.00 in cash.

- If a retailer purchases goods every day from his wholesaler, the customer may pay €3,000.00 in cash. 

 

This general threshold does not apply to the sale of immovable property (real estate sector), to consumers among themselves and to certain financial institutions such as banks.[6] 

As far as the real estate sector is concerned, payment in cash is always prohibited.[7] Payments may only be made by deposit or cheque.[8] This concerns only the sale of a property.[9] This prohibition therefore does not apply when you are going to build or renovate your property.

With regard to the sale or provision of services between consumers and with certain financial institutions, there is no restriction on cash payments, except for the sale of a property (no payment in cash) and the public sale of movable property (€ 3,000.00).

Special arrangements apply to precious metals (gold, platinum, silver and palladium), older metals and copper cables:[10]

- In the case of a public sale, the threshold of € 3,000.00 still applies.

- In the case of a private sale, the seller may not receive cash money from the buyer who is not a consumer (b2b ratio).

- In the case of a private sale, the consumer may only receive € 500.00 in cash from the buyer (c2b ratio).

- In the case of a private sale, the seller may receive € 3,000.00 cash from the buyer who is a consumer (b2c ratio).

- In case of a private sale between consumers, there is no limitation in cash payments.

 

Violations of these rules must be reported to the financial information processing cell or CTIF.[11]  In case of violation, a fine can be imposed on the parties with an absolute maximum of € 1,800,000. The fine may never exceed 10% of the payment or the donation.[12] The General Direction of Control & Mediation of the FPS Economy ensures compliance with the above rules.[13] To this end, they carry out regular checks. In order to fulfil their mission, the auditors may inspect all accounting and commercial documents of traders or service providers.

The payment of wages in cash is also restricted.[14] Article 5 of the Wage Protection Act[15], as amended by the Act of 23 August 2015[16], regulates the method of payment of the wage. As from 1 October 2016, wages must be paid in book-money (postal transfer, circular cheque or transfer to a bank or postal account[17]). The employee has the right to choose which payment method is used.

There is an exception to this. However, the wage can be paid out manually or in cash, insofar as this modality is determined by a collective labour agreement concluded in a joint body, or by an implicit agreement or a practice in the sector.[18]

The Royal Decree of 26 December 2015[19] determines how an implicit sectoral agreement or a sectoral custom on payment from hand to hand is determined and published.

When a hand to hand payment is allowed, the employer must submit a receipt of this payment to the employee for signature.

Pursuant to Section 47bis of the Wages and Salaries Protection Act, the wage is deemed not to have been paid if the employer violates the obligation to pay by giro.

(https://www.jubel.be/sinds-oktober-verbod-uitbetaling-loon-cash/ ; https://www.jubel.be/handje-contantje-loon-betalen-serieus-risico/)

The possibility for companies and professionals of rounding off the cash ticket is also a restriction on cash payments, more specifically to reduce the use of 1 and 2 euro cents.[20]  From 1 October 2014[21], businesses and professionals will be able to round off the total amount that consumers have to pay them up to 5 euro cents. Rounding will only apply to cash payments, not to electronic payments. Where traders apply rounding rules, they must clearly indicate this by means of a pictogram.[22] 

In practice:

(a) The total amount ends at 1, 2, 6 or 7 cents? The amount will be rounded to the nearest lower multiple of 5 cents: € 56.32 should be rounded to € 56.30.

(b) The total amount ends at 3, 4, 8 or 9 cents? The amount will be rounded up to the nearest higher multiple of 5 cents: € 56.33 should be rounded up to € 56.35. (https://www.test-aankoop.be/familie-prive/supermarkten/dossier/uw-rechten-in-de-supermarkt-1/met-cash-betalen ; https://www.hln.be/geld/consument/cashbetalingen-afronden-tot-op-5-cent-wordt-verplicht~a3a0240b/)

In principle, cash, bank notes and coins are legal tender. Gradually, the trend is to refuse cash money (in the hospitality industry, pharmacists, etc.). One of the reasons is security (e.g. avoid ing robberies). There is discussion about this. There is a trade-off between a trader's right to refuse cash payments and the consumer's right to choose between paying in cash or digitally. (https://www.bruzz.be/samenleving/no-cash-doet-intrede-brusselse-horeca-2019-05-10 ; https://www.hln.be/in-de-buurt/gent/omdat-cash-nergens-meer-aanvaard-wordt-komen-daklozen-in-de-problemen~a316373f/ ; https://www.hln.be/nieuws/binnenland/cd-v-wil-handelaars-verplichten-om-overal-elektronisch-betaalmiddel-te-aanvaarden~a56687d7/)

It is undeniable that cash payments are gradually becoming less and less evident. In principle, the maximum permitted limit for cash payments is set at € 3,000.00 and wages must be paid in book-money. The above exceptions apply.

There are no legal provisions entitling the trader to refuse cash payments or obliging the trader to accept an electronic means of payment. A proper balance must be found and sought between the merchant's interests (e.g. he may be reluctant to accept cash for security reasons) and the consumer's desire to pay or not pay in cash.

Conclusion:

It is to be expected that Belgium, too, will evolve further towards "a cashless society".

Authors: Joost Peeters, Lieselotte Vrints and Roxanne Sleeckx

[1] Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 9 februari 1993.

[2] De wet van 18 december 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, BS 6 oktober 2017. (hereafter: ‘anti-money laundering law’)

[3] Art. 5 anti-money laundering law 2017.

[4] Art. 67, § 2 anti-money laundering law 2017.

[5] Art. 67, § 2, eerste lid anti-money laundering law 2017.

[6] Art. 67, § 2 anti-money laundering law 2017. With regard to the last exception, it concerns the entities referred to in Article 5, §1, 1°, 3°, 4°, 6°, 7°, 10° en 16° anti-money laundering law 2017.

[7] Art. 66, § 1 anti-money laundering law 2017.

[8] Art. 66, § 2 anti-money laundering law 2017.

[9] Art. 66 anti-money laundering law 2017.

[10] Art. 67, § 2 anti-money laundering law 2017. See definition of consumer in art. 67, § 1, 1° anti-money laundering law 2017; J. DE SMEDT, “Grondwettelijk Hof nr. 141/2019, 17 oktober 2019 (vzw Federatie van de Belgische recuperatie van Ferro- en Non-Ferro Metalen e.a.)” NJW 2020, nr. 427, 631.

[11] Art. 47 anti-money laundering law 2017.

[12] Art. 137 anti-money laundering law 2017.

[13] Art. 109 anti-money laundering law 2017.

[14] X, “Loon”, NJW 2016, nr. 336, 104-105; N. MERTENS, “In welke sectoren mag men het loon nog cash betalen?”, SOCWEG 2017, alf. 13, 14-15.

[15] Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, BS 30 april 1965. (hereafter: ‘Wage Protection Act).

[16] Wet van 23 augustus 2015 tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers wat de uitbetaling van het loon betreft, BS 1 oktober 2015.

[17] Art. 1 KB van 5 maart 1986 houdende nadere regelen betreffende de uitbetaling van het loon in giraal geld en de overdracht van of het beslag op het tegoed van de bank- of de postchequerekening waarop het loon van de werknemer wordt overgeschreven, BS 21 maart 1986.

[18] Art. 5 Wage Protection Act.

[19] Koninklijk Besluit van 26 december 2015 tot vaststelling van de nadere regels voor het vaststellen en bekendmaken van een sectoraal impliciet akkoord of een sectoraal gebruik inzake de uitbetaling van het loon van hand tot hand, BS 19 januari 2016.

[20] X., “Kasticket afronden”, Juristenkrant 2014, afl. 295, 2; X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, afl. 309, 734.

[21] Koninklijk Besluit van 22 september 2014 houdende de de inwerkingtreding en de uitvoering van sommige bepalingen van boek VI, XIV en XV van het Wetboek van economisch recht, met betrekking tot de afronding van betalingen in euro, BS 25 september 2014.

[22] X., “Afronding kasticket tot op 5 eurocent”, NJW 2014, nr. 309, 734.